Knolselderij telen

Knolselderij telen

Wie kent de knolselderij? Bij de meesten gaat niet direct een lampje branden. Misschien dat de geur het geheugen opfrist. Want wie eens erwtensoep (snert) at, at meestal ook knolselderij. Deze knol heeft een geur die je niet gauw vergeet.

Knolselderij heeft een lichte, kruidige, zachte smaak. Daarom doet de groente het ook zo goed in soep. De knol van de selderijplant groeit onder de grond en wordt veel in wintergerechten gebruikt, zoals snert.

De plant is familie van de bleekselderij en de bladselderij die bovengronds groeien. Ook de knolselderij heeft bladeren die trouwens ook gegeten kunnen worden. Het gebruik daarvan is dezelfde als bij bladselderij. Het blad van de knolselderij kun je tijdens de groei oogsten. Haal niet al het blad weg, anders kan de knolselderij niet meer doorgroeien.

Knolselderij zaaien

Er zit bij deze groente nogal wat tijd tussen zaaien en oogsten. Zaaien doe je eind februari-maart in een bakje met een mengsel van zand en potgrond of speciale zaaigrond. Zet het bakje vervolgens op een lichte plek bij kamertemperatuur (20 graden Celsius).

Het kiemen gaat bij knolselderij niet altijd even vlot. Knolselderij heeft 18 graden nodig om te ontkiemen.

Uitplanten

Als de plantjes hanteerbaar zijn (circa 1 cm groot) kun je ze verspenen. Zet de potjes eerst op een lichte plaats. Pas als je de plantjes hebt afgehard de eerste twee weken van mei kun je ze uitplanten. Dat doe je met een ruime afstand van 40 cm tussen de plantjes in de rij en tussen de rijen 50 cm.

Je kunt natuurlijk ook kiemplantjes kopen in plaats van zelf zaaien.

Bij het uitplanten moet de grond niet te droog zijn, wel vruchtbaar. Daarom vermeng je per plant een schepje compost met de aarde uit het plantgat.

Oogsten

In vijf tot zes maanden groeien de plantjes uit tot flinke knollen met een diameter van zo’n tien centimeter en een gemiddeld gewicht van een kilo. In november en december kun je ze oogsten.

Oogsten doe je in elk geval voordat de eerste nachtvorst komt. Haal ze uit de grond, verwijder het blad en bewaar de knollen afgedekt en vorstvrij op de tuin. Je kunt ze ook in een kist met zand op een koele plek (kelder, schuur) bewaren. Zo heb je ze altijd bij de hand, ook als het slecht weer is en je even niet naar de moestuin gaat.

Op een koele plek kun je de knollen zo’n vier weken bewaren. in de koelkast ongeveer drie weken. dat komt omdat dit een vochtiger plek is.

Je kunt knolselderij ook invriezen. Snijd de knolselderij in stukjes en blancheer de groente 2 tot 4 minuten voor het invriezen. In de vriezer kun je de groente bij -18Co een jaar bewaren.

Plagen en aandoeningen

Bij knolselderij kun je last hebben van slakken, wortelvlieg en wantsen. De slakken eten meestal de kleine armetierige plantjes die het niet zo goed doen. Het is dus zaak je plantjes goed gezond te houden

De groen met bruin gekleurde wantsen zuigen aan de bladranden van de jonge scheuten waardoor flinke groeiremming ontstaat. De aangevreten scheuten verkleuren zwart en later in het seizoen kan zogeheten hartrot ontstaan; de knol rot van binnenuit

Van de verschillende soorten wantsen lijkt de brandnetelwants in knolselderij de meest voorkomende. Hun belangrijkste waardplant is de brandnetel. Daarom is het slim om brandnetels in de buurt van je knolselderij weg te halen.

Die kun je dan mooi gebruiken om een brandnetelaftreksel te maken (24 uur laten staan). Gek genoeg kan dit wel helpen tegen de wantsen.

Tegen wortelvlieg helpen dominante geuren zoals die van de ui. Het maskeert de geur van de knolselderij. Hierdoor vindt de wortelvlieg de knolselderij minder gemakkelijk. Plant de uien naast of tussen de knolselderij.

Knolselderij met bladvlekkenziekte
Knolselderij met bladvlekkenziekte

Bladvlekkenziekte

Dan is er nog bladvlekkenziekte. Dit is een schimmel die eerst bleke, later bruine vlekken op het blad veroorzaakt. Het blad sterft hierdoor af en de knolselderij kan niet verder groeien. Vooral als het veel regent en warm is, komt deze schimmel voor.

Hiertegen helpt preventief spuiten met een kiezelpreparaat. Heermoes bevat kiezelzuur dat het blad een ondoordringbaar laagje geeft. In het hoofdstuk over natuurlijke (preventieve) bestrijdingsmiddelen kun je het ook lezen, maar voor het gemak ook even hier het recept voor een heermoesaftreksel:

1 kilogram verse heermoes (of 150 gram gedroogd kruid) laten trekken en verdund in een verhouding van 1 op 5 tijdens de morgen verstuiven over de planten.

Dit maakt het voor schimmel lastiger zich op het blad te vestigen.

Knolselderij kun je zowel rauw als gekookt eten.

Fotocredits:
Knolselderij op het land door Jamain Jamain [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons
Bladvlekkenziekte door Rasbak [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons