Kolen oogsten, schoonmaken en verwerken
Kolen worden een minder gegeten dan vroeger. Terwijl ze ontzettend gezond zijn, boordevol vitamine C, antioxidanten en vezels zitten. Veel mensen vinden het veel werk om een kool schoon te maken of weten niet hoe dit moet. Hier lees je over het oogsten, de verwerking en bereiding van de verschillende koolsoorten.
Terwijl de moestuin leger wordt, zijn het juist de kolen die nu blijven staan. De gesloten kolen worden sluitkolen genoemd: rode kool, witte kool, spitskool en savooiekool. Deze groenten worden samen met spruitkool (spruitjes) en boerenkool beschouwd als typische wintergroenten. Ze bevatten veel vitamine C en dat komt goed van pas in de winter.
Van een flinke kool kun je een paar maaltijden maken. Soms kun je er meerdere tegelijk oogsten. Wacht daar zo lang mogelijk mee, bij zacht weer groeien ze gestaag door. Dat er wat vraat door rups of vogel komt, is niet zo heel erg. De aangevreten bladeren haal je gewoon weg.
Komt er nachtvorst aan, dan kun je de hele plant rooien. Verwijder de wortel. Is deze erg stug, dan kun je hiervoor een zaag gebruiken. Dan hang je de plant met kool en al op zijn kop in de schuur of onder een afdakje waar het koel is en niet vriest. De buitenste bladeren zullen wat uitdrogen, maar wat eronder zit kun je prima eten.
Je kunt kolen rauw eten of gekookt. Zo maak je ze schoon.
Boerenkool
We beginnen met een kool die niet als veel kolen een harde, ronde bol is, maar een harde stengel vol blad. Deze kool wordt vaak lekkerder als de vorst er even overheen is geweest.
Je eet alleen het blad en niet de stengels. In de tijd rond Christus was dat trouwens anders, toen werd alleen de stengel gegeten. Nu geven we die als groenvoer aan knaagdieren of gooien deze op de composthoop. Pluk zoveel blad als je nodig hebt en rits het blad van de steel. De rest kun je laten staan, bij zacht weer overdag groeit boerenkool soms gewoon door.
Even wassen (zoals alle groenten van de tuin) en dan in stukjes snijden en koken of roerbakken.
Blad ritsen en klein maken doe je zo:
Tip: Verwijder het blad van de steel en leg de boerenkoolbladeren in een ruime plasticzak in de vriezer. Zodra deze bevroren is, knijp je het blad heel gemakkelijk in kleine stukjes.
Laat het volgende filmpje zien en een kind kan de boerenkool doen 😉
Je kunt boerenkool aan de struik ook in de koelkast bewaren voordat je hem schoonmaakt. Zo’n boerenkoolstruik is 3-5 dagen houdbaar in de koelkast.
Invriezen kan ook. Blancheer de schoongemaakte boerenkool voor het invriezen ca. 3 minuten. Daarna kun je het tot 12 maanden in de diepvries bewaren.
Wist je dat er verschillende soorten boerenkool zijn? Er is tegenwoordig ook witte en rode boerenkool. Maar er zijn ook andere vormen. Zoals de Cavolo Nero, familie van de boerenkool, oorspronkelijk afkomstig uit Toscane. De smaak is stevig en intens en een klein beetje bitter. Erg lekker in een goedgevulde minestronesoep of een lichte salade. Deze koolsoort heet ook wel palmkool.
Witte kool
Deze koolsoort heeft een harde nerf waarmee hij aan de plant heeft gezeten. Eerst snijd je de witte kool doormidden en haal je bij beide helften deze nerf eruit. Dan leg je de helften om de beurt plat op je snijblok en snijd eerst verticaal dunne reepjes en dan horizontaal terwijl je helft stevig vasthoudt.
Deze reepjes kun je roerbaken, maar witte kool is ook heel goed rauw te eten. In Rusland doen ze dat elke dag.
Lees hier het recept voor koolsalade.
Rode kool
Deze kool maak je net zo schoon als de witte kool. Verwijder eerst de buitenste bladeren van de rode kool. Snijd hem in vieren en verwijder de harde kern. Was de stukken en snijd ze in reepjes. Je hoeft dus niet de kool te wassen nà het snijden.
De kooktijd van rode kool is afhankelijk van hoe je de kool het liefst eet. Houd je van een knapperige bite, kook hem dan zo’n 10 minuten. Maar heb je hem liever wat zachter, kook dan 15-20 minuten.
Rode kool is ook rauw te eten.
Spitskool
De jonge spitskolen kun je met stronk en al eten. Bij wat oudere, grotere spitskolen is het beter de stronk te verwijderen. Was de spitskool met ruim water. Snijd hem in de lengte door, verwijder eventueel de buitenste bladeren en snijd de stronk eruit. Daarna kun je hem in reepjes snijden.
Hier een mooi filmpje van het snijden.
Savooiekool
Deze koolsoort is een dichte bol met bobbelige bladeren met gekrulde randen. Je hebt groene en gele, ze smaken hetzelfde. Je maakt deze kool op dezelfde manier schoon als witte kool. Verwijder eerst de buitenste bladeren en snijd daarna de stronk aan de onderkant eraf.
Je kunt de bladeren in zijn geheel verwerken. Dan trek je ze los en spoel je ze af in een bak met water (eventueel tussendoor verversen).
Als je de kool in reepjes wilt bereiden, kun je die het beste eerst snijden. Daarna pas spoel je ze af in een zeef of vergiet. Snijd de kool in de lengterichting in vier of zes stukken. Snijd of schaaf deze stukken in reepjes. Spoel ze dan af. Vergeet niet om de reepjes ook even te drogen als je ze bijvoorbeeld wilt roerbakken in een schone theedoek of slacentrifuge.
Je kunt de kern van de savooiekool ook eten, al zal die wat langer moeten koken.
De savooiekool is rauw niet lekker. Je kunt de kool koken, roerbakken of wokken, stoven, stomen of er soep van maken. Kook hem niet te lang, want dan gaat hij stinken en is hij minder goed verteerbaar. Kook de kool in weinig water met een snufje zout in 7 tot 12 minuten gaar.
In 6 tot 8 minuten gaar wokken kan ook. Of met wat bouillon in 10 tot 12 minuten beetgaar stoven. Met stomen blijven er veel vitamines in de groente achter, maar de groente zal een vrij stevige koolsmaak hebben. Dit is alleen maar lekker als je de kool daarna in een ovengerecht verwerkt bijvoorbeeld.
Verwerk je deze kool in de soep, zorg dan dat de kool niet te gaar wordt. Kook de kool apart of zorg dat je de andere ingrediënten eerst gaart.
Spruitkool
Ook deze koolsoort is net als boerenkool geen ronde, harde bol, maar een stengel met daaraan kleine, harde, ronde bolletjes: de spruitjes. Onderaan zitten de grote, bovenaan de kleine. Als je oogst, breek je steeds de onderste van de plant. De plant laat je staan, net als bij boerenkool.
Snijd de harde onderkant van de spruit en verwijder twee blaadjes. Even wassen, daarna kun je de spruitjes wokken of koken. Je hoeft de spruitjes niet doormidden te snijden; ze kunnen gewoon in zijn geheel in de pan.
Hoewel wordt gezegd dat verse spruitjes hard en rond horen te zijn, kun je spruitjes prima eten als de blaadjes een beetje openstaan en ze wat zachter zijn. Rauw zijn ze niet lekker, de kooktijd is ongeveer 12 minuten. Niet langer, want dan ontstaat de beruchte “spruitjeslucht”. Die lucht kun je voorkomen door een scheutje melk mee te koken. Daarmee temper je ook de typische smaak waarvan veel kinderen niet houden.
Je kunt van gekookte spruitjes ook stamppot maken, dat lusten kinderen vaak veel meer dan losse, herkenbare spruitjes.
Witte vlieg
Met name boerenkool, maar ook de andere koolsoorten, kunnen veel last hebben van witte vlieg. Vroeger in de winter waren deze vliegjes er niet, maar met de klimaatverandering overleven ze gemakkelijk onze zachte winters.
Hoe later je de boerenkool zaait en plant, hoe minder last je ervan hebt. Ook de paarse boerenkool lijkt minder witte vlieg aan te trekken.
Dit zuigende insect zit aan de onderkant van het blad waar de eitjes leggen. Een tikje tegen de plant en je ziet de vliegjes opstijgen. De bladeren worden kleverig van hun ontlasting aar soms zelfs schimmel op groeit.
Heb jij witte vlieg op je koolplanten, dan moet je het blad heel goed schoonmaken of zelfs schrobben voor het snijden en koken.
Wat doe je tegen witte vlieg?
In de les over zuigende insecten vind je allerlei natuurlijke middeltjes die je kunt toepassen.
Wat ook helpt is de boerenkoolplanten te verspreiden door je moestuin. Een monocultuur (een bed vol boerenkool) is voor de witte vlieg gemakkelijker te vinden dan een plant her en der. De Oost-Indische kers trekt witte vlieg aan. Plant je die tussen de boerenkool, dan is er een kans dat de witte vlieg die verkiest boven je boerenkool.
Ten slotte kun je je kool beschermen met een net. Omdat witte vlieg heel erg klein is, kun je het beste het fijnmazigste net kopen dat je kun vinden. Dat is misschien wat duurder, maar het gaat lang mee.