Vergeten groenten: Tuinmelde en raapstelen

Tuinmelde smaakt een beetje zoals spinazie

Veel groenten worden niet meer professioneel geteeld, omdat dat niet handig is. Ze zijn niet allemaal in één keer machinaal te oogsten of leveren te weinig op. Wie kent bijvoorbeeld nog tuinmelde en raapstelen?

Tuinmelde komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en verspreidde zich geleidelijk over de rest van Europa. Het werd vroeger veel gegeten, maar tegenwoordig heeft spinazie zijn plek ingenomen.

Tuinmelde smaakt een beetje zoals spinazie, maar heeft een steviger structuur. Hiermee kun je een leuke smaaktest doen, een goede manier om kinderen subtiele smaakverschillen te te laten ontdekken en zo hun smaakbeleving te ontwikkelen. Tuinmelde is gezonder dan spinazie, in tegenstelling tot spinazie heeft het geen ontkalkende werking op het lichaam.

Het is een gemakkelijke plant. Het groeit vrijwel overal. Op rijke gronden tiert hij welig met veel blad. Op armere (schrale) grond blijft de plant kleiner, vormt hij minder blad en schiet hij sneller. Maar ook van doorgeschoten planten kun je het blad prima eten.

Tuinmelde zaaien

Je kunt tuinmelde een groot deel van het jaar zaaien. In de herfst en de lente in de kas voor een vroege oogst, vanaf half maart, in de zomer en vroege herfst ook in de volle grond. Als je elke twee weken een klein beetje zaait, heb je steeds fris groen blad.

Zaaien kan op twee manieren:

  • In rijtjes waarbij je tussen de rijtjes een afstand aanhoudt van 30cm. De jonge planten snijd je steeds af.
  • Ruim uit elkaar met tussen de planten minstens 50cm. Zo kan de plant wel een meter hoog worden. Het blad pluk je, maar de lange stengels zijn taai en niet lekker.

Er is rode en groene tuinmelde. De groene vind je vaker als vanzelf in je tuin, de rode moet je meestal als zaad bestellen.

Rode tuinmelde

Raapstelen

Raapstelen kom je niet vaak meer tegen in de supermarkt of bij de groenteboer. In biologische winkels is deze ‘ouderwetse’ groente wel redelijk gangbaar.

Het is een heerlijk frisse groente waarmee je veel kanten uit kunt: in de stamppot of salade. In de lente is deze groente lekker mals. In de zomer zijn alleen de blaadjes eetbaar, de rest is doorgeschoten. Dat is lastiger klaarmaken, want dan moet je de blaadjes plukken in plaats dat je de hele plant kunt gebruiken.

Als je hem zelf zaait, kun je er eindeloos van eten. De plant duikt altijd weer op (maar woekert niet als je regelmatig plukt).

Raapstelen zaaien

Vroeg in de lente zaai je in de kas. Raapstelen houden van een vruchtbare grond die niet te droog is. Meng dus een emmer compost door de aarde.

Je hebt genoeg aan een stukje van 75 x 75 cm als je er regelmatige van wilt eten. Vanaf de derde week van maart (bij niet te koud en te nat weer) kun je buiten zaaien. In de zomer zaai je niet, maar in september kun je verder zaaien.

Hoe je precies zaait, kun je lezen op de zaadverpakking.

Na 6 tot 8 weken kun je oogsten. Als je de raapstelen boven het hart van de plant afsnijdt, loopt de plant vanaf het hart opnieuw uit. Zo kun je meerdere keren oogsten. De gele blaadjes en de steeltjes kun je eten.

Hier vind je enkele recepten met tuinmelde en raapstelen.

Foto door Cedrik Fermont [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons