Zelf uien telen
Hoewel de meeste kinderen niet van uien houden, vind jij een gebakken uitje misschien wel lekker. Uien zijn niet moeilijk te telen en je kunt ze voor veel gerechten gebruikten.
De ene uit is de andere niet. Misschien vinden kinderen de grote gele ui wel veel te scherp, maar bosuitjes door een gebakken eitje of over de aardappel wél heel lekker.
Je kunt ui zelf zaaien of planten. Zaaien doe je buiten in rijtjes, van maart tot half april. Planten kan ook. Dat is gemakkelijker dan zaaien, je hebt sneller resultaat.
Daarvoor neem je plantuitjes (kleine uitjes) die je in de grond zet ( voor ongeveer een derde deel, de rest steekt erbovenuit). Uit dat kleine uitje groeit een grote ui die je net als bij zaaiuien kunt oogsten als het loof gaat strijken. Strijken wil zeggen dat het loof dan niet meer rechtop staat, maar naar de grond hangt.
Trek de uien dan uit de grond en laat ze een paar dagen drogen. Als het buien te nat is, doe dat dan bijvoorbeeld in de schuur. In elk geval een droge, koele plek en niet in de zon.
Je kunt kiezen uit gele, witte en rode uien. De rode staan mooi in salades, de witte zijn wat zoeter en je gaat er niet van huilen tijdens het schoonmaken.
Sjalotten
Sjalotjes beginnen klein en krijgen net als uien en tulpenbollen steeds meer laagjes. Koop het kleine bolletje van het sjalotje en stop dat voor een derde in de grond. Uit dat kleine bolletje komt een flink aantal bolletjes in een rozet. Als het loof gaat strijken, kun je de sjalotten rooien, drogen en bewaren.
Die eerste sjalotjes zijn net als het loof erg lekker. Wil je de groei versnellen, dan kun je ze in een kleine koude kas zetten. Als je het groen van een sjalot afsnijdt, groeien de bolletjes niet verder. Als je van verschillende sjalottenplanten hier en daar een stengeltje afsnijdt, kun je toch uiloof snoepen zonder de knol schade oploopt.
Bosuien
De bosui is geen gewone ui. Er vormt zich geen bol onder de grond, maar boven de grond een lange, witte schacht. Net zoals prei, maar dan dunner en kleiner. Bos- of lente-uitjes zaai je dicht op elkaar met 2-3 cm tussenruimte. Als ze te dicht op elkaar staan, kun je ze uitdunnen en opeten. Lekker!
Zaai niet te veel in een keer maar met tussenpozen van 2-3 weken om de oogst een beetje te spreiden. De eerste bos- en lente-uitjes zaai je in de koude kas en daarna buiten, tot half april. Daarna kun je ze weer zaaien in juli.
Hoe smaakt de bosui?
Een bosui is net zo te gebruiken als gewone uien en sjalotten. Ze zijn heerlijk op een boterham met belegen of oude kaas, in een omelet of gesnipperd (en even meegebakken) over gebakken aardappelen. Stamppotten en soepen krijgen door de bosui extra smaak en kleur, vooral als je het groene gedeelte gebruikt. Gebruik daar niet teveel van. Anders gaat dat uiensmaak overheersen.
Van de bosui kun je alles eten, zelfs de wortelpruikjes. Even door het beslag en frituren en je hebt een lekkere snack. Misschien houden de kinderen dan wel van uien? 😉