Hoe maak je een teeltplan?
Onze tuin is in ruste. Wij niet. We maken nu plannen voor het komend moestuinseizoen. Wat en wanneer gaan we zaaien, planten en oogsten? En vooral: waar? Want dat luistert nogal nauw als je een teeltplan maakt. Lees maar.
Dat er in de tuin minder te doen is, betekent niet dat je zelf niet met de tuin bezig bent. Integendeel! Elke moestuin begint met een teeltplan en de rustige wintermaanden zijn een goed moment om dat teeltplan te maken. Je moet plannen in ruimte en in tijd.
Het teeltplan bestaat daarom uit een plattegrond en een zaai- en oogstkalender.
Het begint bij de gewassen die je wilt telen. Met kinderen kies je het liefste voor gewassen die niet teveel tijd en ruimte kosten. Gemakkelijke groenten met snel resultaat waarvan je het liefst in de moestuin al een hapje kunt nemen.
Tegelijkertijd houd je rekening met wisselteelt. Dat is een tuintechniek waarbij de soorten planten elk moestuinseizoen op een andere plek zet. Dat doe je volgens een schema waarbij de groente rouleert en na een aantal jaren weer op de oude plek terug komt. Met dit systeem voorkom je dat de bodem uitgeput raakt en probeer je ziektes en plagen te voorkomen.
Er zijn 6 groepen die je moet laten rouleren in je moestuin. Hoe dit precies werkt lees je in de les over Wisselteelt.
Dit zijn de groepen:
- Koolgewasssen
- Bladgewassen
- Vruchtgewassen
- Wortelgewassen
- Peulgewassen
- Aardappelen (als je daarvoor kiest. Je kunt deze ook in emmers telen.)
Aardbeien vormen een aparte groep.
Daarnaast maak je desgewenst ruimte voor vaste planten als rabarber of zeekool.
Welke groenten zaai je in je moestuin?
Het is het leukst om te beginnen met gemakkelijke groenten waarbij je vrijwel zeker resultaat hebt. Uit elke gewasgroep kies je een of twee soorten. Bedenk dat je voor elke soort bedden moet maken. Hieronder noem ik per gewasgroep enkele soorten, groen is gemakkelijk, blauw ietsje moeilijker.
- Koolgewassen
witte kool
rode kool
radijs
boerenkool of krulkool - Bladgewassen
snijsla
pluksla
tuinkers
warmoes
snijselder
winterpostelein - Vruchtgewassen
courgette
pompoen
suikermais - Wortelgewassen
rode biet
knolvenkel
pastinaak - Aardappelen
Verschillende rassen aardappel - Peulgewassen
erwt
boon (snijboon of prinsessenboon/sperzieboon)
De indeling van je tuin wordt merendeels bepaald door de door jouw gekozen gewassen en de wisselteelt.
Bij het maken van de plattegrond let je daarnaast op de volgende aspecten:
- Krijgt de plant voldoen ruimte, zonlicht en voeding om te groeien?
- Stop ik de zaadjes met de juiste afstand in de grond?
In de plattegrond kun je ook een plekje vrijmaken voor kruiden, bloemen en fruit. In de gelijknamige lessen over deze onderwerpen kun je meer lezen over een aantal door kinderen geliefde soorten en de verzorging ervan.
Hoe maak je je zaai- en oogstkalender?
Bij het maken van je zaai- en oogstkalender ga je uit van de gewassen waarvoor je koos. Elke plant heeft zijn eigen plant- en zaaiperiode. Sommige planten kunnen bijvoorbeeld niet tegen de vorst, zoals tomaat. Koolsoorten kunnen daarentegen wel tegen vorst. De een groeit snel, de ander langzaam. Die moet je dus de tijd geven en daarom vroeg zaaien.
Hieronder een beknopte opsomming van de oogsttijden van enkele gewassen.
mei: snijsla en radijsjes
juni: pluksla, warmoes, vroege aardappel en peultjes (sluimerwt)
juli en augustus (de oogst is voor de vrijwilligers die de tuin onderhouden): vooral boontjes, warmoes, snijselder, pluksla en courgette
september: warmoes, snijselder, courgette, pompoen, maïs, venkel, aardappel, snijboon en prinsessenboontjes
oktober: witte en rode kool, warmoes, snijselder, pompoen, rode biet en pastinaak
november, december, januari, februari en maart: tuinkers, boerenkool, snijselder, winterpostelein en pastinaak
april: geen oogst
Wij gaan uit van een beperkt aantal soorten om het behapbaar te houden. We kozen voor soorten die gemakkelijk te telen zijn en meestal door kinderen gewaardeerd. Zoals aardbeien. Van juni tot november kun je daarvan de vruchten plukken. Dat is leuk werken in de moestuin!
Hieronder zie je twee zaai- en oogstkalenders.
Dit is een eenvoudige zaai- en oogstkalender voor een moestuin met kinderen.
Een wat uitgebreidere zaai- en oogstkalender vind je hier.
Zorg ervoor dat voor de zomervakantie groenten geoogst kunnen worden, zodat de leerlingen het resultaat van hun werk zien. Omdat de tuin in de vakantie doorgaat, is het handig als je een rooster met ouders, docenten, leerlingen, buurtbewoners en andere geïnteresseerden kunt maken. Natuurlijk krijgt iedereen een deel van de oogst in ruil voor de goede zorgen!
De planning
Het is belangrijk op basis van de zaai- en oogstkalender een schematische planning te maken waarin zaaien, planten en oogsten een plek krijgen.
In de planning zet je de volgende werkzaamheden:
- de moestuin aanleggen (eenmalig, bij start)
- de moestuin indelen in percelen
- de percelen zaaiklaar maken (jaarlijks)
- zaaien, planten en oogsten (jaarlijks)
- eventueel groenbemesters inzaaien en een wintermulchlaag aanbrengen (jaarlijks)
Omdat de gewassen zijn verdeeld over moestuinbedden (percelen), is de planning dat ook. Elk gewas heeft immers een ander zaai-, plant- en oogstmoment. Dit kan door wisselende weersomstandigheden overigens wel verschuiven! Pas de planning daarom aan als dat nodig is.
Met een goede planning kun je de taken verdelen over iedereen die betrokken is bij de moestuin. In een andere les lees je meer over manieren om vrijwilligers aan te trekken voor de moestuin.
Bij de planning hoort ook het onderhouden en inkopen van allerlei gereedschappen die je nodig hebt in de moestuin. Hierover kun je meer lezen in een volgende les.
Wil jij hulp online of hulp op locatie bij het maken van je teeltplan en zaai- en oogstkalender? Mail dan naar chantal@moestuinierenmetkinderen.nl. Dan neem ik contact met je op!