Bij moestuinieren spitten of juist niet spitten?
Ben jij nog niet toegekomen aan het omspitten van je moestuin en heb je daar eigenlijk ook niet zo’n zin in? Voel je maar niet schuldig. Want spitten is niet altijd goed voor de grond.
De grond omkeren door spitten of ploegen gebeurt al sinds mensenheugenis, overal in de wereld. In Noord-Amerika, Afrika, Latijns-Amerika, Europa: overal zie je een paard, os, ezel of tractor voor een ploeg. Het is een oude gewoonte die wordt voortgezet, simpelweg omdat het al zolang zo gedaan wordt.
De voordelen van spitten
Spitten is het omkeren van de toplaag van de bodem van de moestuin. Spitten moet je, zo is de gevestigde opvatting, jaarlijks doen in de moestuin.
Als voordelen worden beschouwd:
- Het houdt de grond luchtig zodat er voldoende zuurstof bij de wortels komt.
- De grond wordt los gemaakt waardoor de bodem gemakkelijker bevriest. Hierdoor ‘breekt’ de grond en wordt zij fijner.
- Resten van de oogst en onkruiden werk je op deze manier onder. Zo voeg je organische stof toe.
- Je kunt zo handig compost en organische mest onderwerken.
- Spitten is een manier om mineraalrijke kleigrond naar boven te halen en te vermengen met de armere bovenlaag.
- Een andere manier waarop de grond door spitten mineraalrijker wordt: door het spitten komt er meer zuurstof in de grond waardoor er meer micro-organismen komen die in hoog tempo organisch materiaal afbreken. Hierdoor komen er mineralen uit humus en kleine steendeeltjes vrij.
- De tuin ziet er verzorgd uit.
Zware grond (klei of leem) wordt in de herfst of begin winter omgespit. Lichte grond (zand of veen) spit je om in de vroege lente. Gemengde grond (leemzandgrond) wordt ook vaak in de herfst omgespit.
Spitten onnatuurlijk
Steeds meer mensen vinden spitten onnatuurlijk. In de natuur, waar alles weelderig groeit, wordt ook niet de grond steeds ondersteboven gehaald. Moestuiniers die ecologisch tuinieren of aan permacultuur doen, spitten dan ook vaak niet. Ze vinden dat je de grond beter niet kan bewerken. Zoals deze mevrouw.
Spitten heeft volgens de tegenstanders juist veel nadelen voor de bodem. De structuur van de grondstructuur verslechtert enorm, de doorlaatbaarheid voor water verdwijnt volledig en alle poriën slaan direct dicht. Een belangrijke reden hiervoor is de afwezigheid van bodemleven.
Bodemleven verdwijnt door spitten
In de bodem zit een uitgebreid netwerk van micro- en macro-organismen, bacteriën, schimmels, nematoden, aaltjes, duizendpoten, amoeben. In een theelepel gezonde grond kunnen meer dan een half miljoen bacteriën zitten die helpen om organische materialen af te breken en voedingsstoffen beschikbaar te maken voor de planten.
Spitten ondermijnt dit bodemleven. Het bodemleven dat zuurstof nodig heeft zit in de bovenste laag. Door het spitten komt dit bodemleven onderop te liggen waar minder zuurstof is. Het gevolg is dat deze micro-organismen afsterven. De dieper levende organismen komen door spitten juist naar boven en sterven door het ultraviolette licht waar ze niet tegen kunnen.
Het afsterven van de micro-organismen heeft als gevolg dat de grond compacter wordt, dichtslaat bij hevige regen en opdroogt bij zon en daardoor moeilijk toegankelijk wordt voor water, licht en lucht.
Elk jaar moeten deze micro-organismen na het spitten hun populatie weer opbouwen, dat kost veel energie en moeite. Tegen de tijd dat het bodemleven zich heeft hersteld, is het alweer tijd om opnieuw te spitten want de bodem ligt helemaal verdicht. En zo beland je in een vicieuze cirkel.
Voordelen en nadelen van spitten
Terwijl voorstanders van spitten zich afvragen hoe je nu onkruid kunt tegengaan, organische materiaal onderwerkt en de grond luchtig maakt als je niet spit, vinden de tegenstanders van spitten dat deze voordelen helemaal niet bestaan. Ze leggen dat als volgt uit:
Onkruid
Voorstanders spitten: door te spitten werk je onkruiden onder en krijg je een mooie schone bodem om in te zaaien of te planten.
Tegenstanders: door te spitten hak je de wortels van vaste onkruidsoorten zoals zevenblad en kweekgras in stukken. Uit elk stukje groeit een nieuwe plant. Alle stukjes wortel eruit peuteren lukt nooit. Afdekken (mulch) is veel efficiënter en eenmalig.
In de bodem zitten bovendien honderdduizenden (onkruid)zaden die wachten op de ideale omstandigheden om te ontkiemen en te groeien. Door spitten geef je deze zaden licht waardoor ze ontkiemen. De natuur wil kale grond zo snel mogelijk bedekken om erosie te voorkomen en dat is wat deze planten doen.
In ongespitte, ongestoorde en goed gemulchte grond blijven deze zaden slapend.
De zaadvoorraad in de bovenste laag vermindert overigens met de jaren. Er komen nieuwe zaden bij door inwaaiende onkruiden en onkruiden die zaad krijgen. Wied je het onkruid voordat het zaad krijgt, dan verdwijnen of verminderen de meeste onkruidsoorten.
Maar je moet blijven oppassen, want de bodem blijft tjokvol zitten met zaden. Vele onkruidzaden blijven jarenlang kiemkrachtig, sommige wel 40 jaar of zelfs langer. Bij het uittrekken van onkruid moet je er daarom voor zorgen dat je zo weinig mogelijk aarde (met onkruidzaad) bovenhaalt. Ook met oogsten van wortelgewassen moet je de grond die je naar boven haalt (met onkruidzaden) niet over het hele bed verspreiden, maar zoveel mogelijk op dezelfde plek houden.
Grond losmaken
Voorstanders spitten: spitten maakt de grond losser en verbetert de bodemstructuur waardoor zware grond gemakkelijker te bewerken wordt en de waterdoorlaatbaarheid vergroot.
Tegenstanders: omgespitte en luchtig gemaakte grond droogt eerst heel vlug uit en slempt vervolgens gauw weer dicht. Daardoor gaat al na enkele weken de bodemstructuur enorm achteruit en neemt de waterdoorlaatbaarheid juist af. Voor veel kortlopende moestuinteelten is dat niet zo erg, maar de bodem wordt er niet beter door.
Compacte grond wordt trouwens ook losser door wormen die gangen graven. En als je niet op de moestuinbedden loopt, wordt de grond er ook niet compact. Er komen meer wormen – de beste hulpjes voor je bodem – door oppervlakkig te mulchen.
Let op! Spitten beschadigt de grondstructuur nog meer als de grond als deze nat of bevroren is. Spit dus alleen droge grond!
Organisch materiaal inwerken
Voorstanders spitten: tijdens het spitten kun je gemakkelijk organisch materiaal (compost of stalmest) onderwerken. Het organisch materiaal dient als bemesting en wordt door het bodemleven omgezet in voedsel voor de planten en in humus.
Tegenstanders: Het onderwerken van mest is om de volgende scheikundige twee redenen niet goed voor de grond:
Zuurstofgebrek
Door de toevoeging van grote hoeveelheid organisch materiaal vermeerderen de bodembacteriën zich razendsnel. Deze bacteriën verbruiken zuurstof en stoten CO2 uit. De kans is groot dat daardoor de zuurstof opgeraakt en er een zogeheten anaëroob (zonder zuurstof) milieu ontstaat in de bodem. Hierdoor sterven vervolgens alle bacteriën af – samen met alle andere zuurstofminnende organismen in de bodem. Er ontstaat zo een zone waar geen bodemactiviteit meer is en de vertering van het organische materiaal vertraagt of zelfs stilvalt.
Stikstoftekort
Een ander nadeel is dat de vele bacteriën veel stikstof nodig hebben. Kunnen ze dit niet uit het organische materiaal halen, dan halen ze het uit de bodem. Zo blijft er minder stikstof over voor de planten waardoor die gebrekkig gaan groeien.
Onkruidzaden
En dan is zijn er nog de actieve onkruidzaden in mest die je door de mest onder te werken verspreidt. Het is beter om de mest eerst te composteren. Door de warmte van de compost wordt het zaad inactief. Want onkruidzaden kunnen niet tegen temperaturen van 60 graden of hoger. Een goede composthoop wordt van binnen zelfs warmer. Een voorwaarde is wel dat de compost wordt gekeerd, zodat ook de randen een keer binnenin liggen.
Mulchen
De compost kun je vervolgens gebruiken als mulchlaag. Dat heeft een aantal voordelen:
De mulchlaag van compost beschermt de grond tegen de weersomstandigheden in de winter. Het beste kun je een mulchlaag in de herfst aanbrengen.
De mulch sluit de grond – en de onkruidzaden – af van licht, waardoor die niet ontkiemen.
De mulchlaag van compost voedt de bodem en stimuleert zo het bodemleven.
Het bodemleven, in dit geval vooral de regenwormen, zorgen ervoor dat de compost geleidelijk in de bodem verdwijnt.
Overige nadelen van spitten
CO2
Bij het spitten komt veel CO2 vrij, een gas dat klimaatverandering veroorzaakt. Koolstof is een element van CO2. Organismen, ook bodemdieren, bevatten veel koolstof. Niet spitten betekent dus dat er meer CO2 wordt opgeslagen in de bodemorganismen (daar zijn er meer van als je niet spit) en dat er minder CO2 vrijkomt.
Wetenschappers zeggen dat als we stoppen met de grond bewerken we klimaatverandering tegengaan.
Verarming van de grond
Door te spitten vermeerdert het aantal bacteriën in de grond zoals je kon lezen. Deze bacteriën verbruiken niet alleen stikstof die de planten nodig hebben voor de groei, maar ze zorgen ook voor meer mineralen. Maar op het moment dat gespit wordt, zijn er nog geen planten die daarvan profiteren. Als de plantjes groot genoeg zijn, zijn deze mineralen en andere voedingsstoffen alweer uitgespoeld.
Het jaar erna wordt weer geploegd en wordt opnieuw veel organisch materiaal verbruikt. En weer gaat er een flink deel voedingsstoffen verloren, omdat de plantjes die de mineralen moeten opnemen nog niet groeien. Na enkele jaren is de bodem volledig uitgeput en is alle organische materiaal opgebruikt.
Heel anders gaat dat als je niet spit en de bodem bedekt met mulch.
Als je niet spit, heb je ook geen bacteriën die ladingen aan mineralen afscheiden (op het verkeerde moment). Bij met mulch afgedekte grond heb je een geleidelijk aanbod van voedingsstoffen die door de planten worden opgenomen.
In het voorjaar, als de grond opwarmt, worden de bodemorganismen actiever. Het actiefst zijn ze laat in de lente, wanneer ook de plantengroei een piek bereikt. De vraag naar voedingsstoffen is dan groot en loopt parallel aan de grote activiteit van de bodemorganismen.
Een perfect synchroon systeem dat wij nauwelijks kunnen nabootsen.
Uitdroging
Gespitte bodems drogen eerder uit. In de zomer verdampt uit gehakte grond meer water af dan uit niet-gespitte of omgeploegde grond. En juist in droge bodems kunnen bodemorganismen hun werk niet meer goed doen en lijden planten onder droogtestress waardoor ze gevoeliger worden voor plagen en ziektes.
Om uitdroging van de bodem te voorkomen (denk aan de extreme droogte ’s zomers) is het beter om niet te spitten en de bodem te bedekken met mulch.
Spit
“Spit” heet niet voor niets “spit”. Want van spitten kun je makkelijk spit krijgen. Niet spitten is beter voor je rug. Heb je geen last van je rug, dan kan het juist weer een lekkere work out zijn.
Het beste is om niet al te dikke plakken af te steken. Anders begin je enthousiast, maar ben je na een uurtje spitten al moe. Met een dikke spade steek je meer af, maar een smalle spade werkt lichter.
Wat ook helpt is een voetsteun aan de linker- of rechterkant van de spade, afhankelijk van of je met je linker- of rechtervoet spit. Dit laat je aan de lassen. Op die manier kun je net wat meer kracht zetten en het blad doet ook minder pijn aan de onderkant van je voet. Vooral als je met laarzen in de tuin werkt, kun je hiervan last hebben.
Wil je kinderen laten meehelpen met spitten? Overweeg dan speciaal kindergereedschap te kopen. Dat ligt beter in de hand.
Bespaar je tijd door niet te spitten?
In eerste instantie lijkt dat wel zo. Want niet alleen het spitten zelf kost tijd, maar in gespitte tuinen moet ook meer worden gewied en bewaterd. Maar mulchen kost ook tijd. Dat doet de tijdwinst die niet spitten je oplevert min of meer teniet.
Spitten laat je dan ook niet achterwege omdat je er uren mee wint, maar omdat het in veel gevallen beter is voor de bodem.
Mulchen in plaats van spitten
Bij ecologisch tuinieren wordt de grond in het najaar afgedekt met organisch materiaal (hooi, stro, bladeren of compost). De voornaamste reden is dat wind en regen op die manier de structuur van de bodem in de winter niet kapot maken.
Er zijn nog een paar voordelen van mulch:
- De bodem voeden gaat heel natuurlijk, voeding komt van bovenaf en wordt door wormen en bacteriën geleidelijk afgebroken en omgezet. Zo voorkom je verarming van de bodem, stikstofgebrek en zuurstoftekort.
- Het bodemleven werkt het beste als de bodem steeds bedekt blijft (door mulchen) om de bodemorganismen te voeden en te beschermen.
- Ongespitte grond die regelmatig gemulcht wordt met organisch materiaal, neemt beter vocht op en houdt dit beter vast dan bewerkte grond. Dat betekent dat je minder water hoeft te geven.
- Mulchen – constante bodembedekking – helpt bij onkruidbestrijding. Waar iets staat, kan immers niets anders groeien.
- In een bodem met mulch is de temperatuur constanter en dat is beter voor het bodemleven.
Je kunt de bodem ook bedekken door jaarrond te telen of groenbemester in te zaaien. Als je mulchen combineert met doordachte teeltopvolging (wisselteelt) zullen er heel weinig onkruiden aanwezig zijn.
Mulch in de lente
In februari/maart breng je de onverteerde mulch naar de composthoop. De kale grond kan dan goed opwarmen. Na een paar dagen kun je zaaien, zonder te spitten. Het bodemleven is intact en je plantjes groeien als een tierelier.
Woelen in plaats van spitten
Wil je toch de bedden die je inzaait bewerken, bijvoorbeeld omdat je extra voeding (compost) wilt toevoegen, onkruid wilt verwijderen of de grond losser wilt maken? Dan kun je woelen met een woelriek ook wel grelinette genoemd.
Twee à drie weken voor het inzaaien woel je de grond los tot op 20 à 25 cm diep en werk je met een tuinhark goed verteerde compost onder in de bovenste 5 tot 10 cm. In tegenstelling tot spitten wordt de hele moestuin niet in 1 keer bewerkt, maar alleen die percelen die kort erna worden ingezaaid.
Zo blijft het bodemleven grotendeels intact. Het is een mooie tussenweg. Spitten is radicaal, de bodem loswoelen sluit veel dichter aan bij de natuur.
Bekijk hier de grelinette.
Tips bij het gebruik van de woelriek:
- Werk rustig en gestaag.
- Gebruik je gewicht.
- Draai de grond niet om.
Na het woelen en voor het zaaien, maak je de grond wat fijner met een drietand of vijftand cultivator. Dat is een soort hark met kromme tanden. Is de grond los genoeg en bevat deze voldoende organische stof, dan kun je zelf de bewerking met de woelriek overslaan en is de cultivator voldoende.
Doe vooral wat nodig is op je tuin
Zoals uit bovenstaande blijkt, hebben wel en niet spitten voor- en nadelen. De vraag is: hoe wil je met je grond omgaan?
Belangrijk is die methode te kiezen waar je je als tuinier het beste bij voelt. Dit kan ook een combinatie zijn van beide methoden waarbij je bepaalde perceeltjes (bijvoorbeeld die voor de diep wortelende wortelgewassen) wel spit en de perceeltjes voor de oppervlakkig wortelende gewassen en de nateelten niet spit.
Wel of niet spitten hangt daarnaast samen met de kwaliteit van je grond.
Als de grond er erg slecht aan toe is (dichtgeslagen, zwaar, er is een dichte deken van onkruid) kun je besluiten toch te spitten.
Ook als je gras weg wilt krijgen, is spitten een goede optie. Niet spitten (ook wel de ‘no-dig methode’ genoemd) geldt over het algemeen voor moestuintjes die al enkele jaren in gebruik zijn. Bij het opstarten van een moestuin op een nieuw perceel (stukje gazon, weiland) gelden andere regels en daar hoort spitten nu eenmaal bij.
Als je spit, check dan deze tips.
Bewerk alleen een droge tuin
Voor welke methode je ook kiest, het is belangrijk om te wachten tot de grond voldoende droog is en de bodemtemperatuur voldoende hoog is voordat je aan de slag gaat. De tuinliefhebbers met een zanderige bodem zijn hierbij in het voordeel omdat zandgronden beter water doorlaten, eerder droog zijn en dus vroeger in het voorjaar te bewerken zijn.
Tuinders op zware kleigronden, die het water lang vasthouden, zullen langer moeten wachten.
Geen wormen? Dan toch spitten!
Niet spitten werkt alleen als je wormen in de grond hebt. Hoe zit dat?
Wormen eten gevallen blad en jouw mulch op. Ze trekken het mee onder de grond en vermalen het daar. Door de ondergrondse zoektochten naar voedsel graven ze gangen in de grond waardoor de grond luchtiger wordt. Hierdoor kan water en lucht makkelijk en dieper in de grond komen. Door de uitwerpselen van de wormen worden de gangen voorzien van organische voedingstoffen. De wortels van planten vinden deze gangen ideaal om in te groeien en zaad ontkiemt heel goed in deze losse grond.
Omdat de wormen ook de diepere lagen beluchten en voorzien van voedingsstoffen, volstaat het alleen de bovenste cm met een woelvork te bewerken. Dat is zoals je kon lezen vaak zelfs beter voor de grond.
Niet spitten of woelen en toch vruchtbare grond
Er is nog een laatste optie als je niets aan de bodem wilt doen: verhoogde bedden.
Je maakt op de grond een bed van biologische teelaarde die je in het najaar mulcht. Zo laat je de beestjes waar ze zitten, maar bereik je ook een rulle, luchtige, voedzame grond. Mest en andere toevoegingen zoals kalk voeg je per bed toe naar behoeven. Die behoefte meet je door een bodemtest te doen, zoals ik beschreef in de les Hoe krijg je een gezonde bodem in je moestuin.