slakken

Als je na het drinken koffiedrab overhoudt, gooi het dan niet weg. Koffiedik is namelijk een prima hulpmiddel bij het verbeteren van de bodem. Planten die houden van een zuur milieu zoals bessenstruiken en vruchtgewassen als aardbeien, pompoenen en tomaten zijn er dol op.

De macronutriënten stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) zie je vaak afgekort als NPK op zakken kunstmest en koemestkorrels staan. Het zijn onmisbare voedingsstoffen voor de moestuin. Heel globaal gezegd: stikstof is belangrijk voor de bladgroei, fosfor voor de wortels en kalium voor de vruchten. Koffieprut bevat ze alle drie in voldoende mate.

Daarnaast bevat koffieprut de micronutriënten (sporenelementen) magnesium en koper. Magnesium is belangrijk voor allerlei chemische processen in de plant, zoals fotosynthese. Vooral op zandgrond kan weleens een tekort aan magnesium zijn. Koper is belangrijk voor de groei en de opbrengst.

Langzame meststof

Een verschil ten opzichte van andere organische meststoffen is dat koffieprut een langzame meststof is; de stikstof die belangrijk is voor de groei van blad en stengels komt langzaam vrij. Dat betekent langduriger en stabielere voeding voor de plant.

Overigens zit er in koffiedrab weinig mangaan, kalk (calcium), ijzer, zink en chloride. Deze mineralen zijn ook essentieel voor je planten, maar van chloride en zink heb je al gauw teveel.

Wanneer geeft je koffieprut

Omdat alle planten de voedingsstoffen in koffieprut nodig hebben, kun je de inhoud van de koffiefilters in de hele moestuin neergooien. Dat kan het hele jaar, want de verhouding aan nutriënten (voedingsstoffen) is geschikt voor de vegetatieve fase (wanneer blad en stengels groeien) en de bloeifase.

Pas wel op met planten die houden van een kalkrijk milieu, zoals lavendel en veel mediterrane kruiden. Koffiedik maakt de grond namelijk een beetje zuur en dat is het tegenovergestelde van kalkrijk. Planten die van een zurig milieu houden, zoals blauwe bessen, rhododendrons en rabarber, doen het daarom heel goed op koffiedik. Plant je een bessenstruik aan, dan is het een goed idee om één koffiefilter met koffiedik te mengen met potgrond en hiermee het plantgat te vullen. Rondom de bessenstruik strooien kan ook.

Geef niet teveel! Mocht de bodem te zuur worden, dan kan je dit opheffen door wat kalk te strooien. Maar wees ook daarmee voorzichtig, de balans is zo verstoord.

Omdat koffie een beetje zout is, wordt het afgeraden voor potplanten.

Koffie bij compost

Je kunt koffiefilters met inhoud natuurlijk ook op de composthoop gooien. Let erop dat niet meer dan 20% van de composthoop bestaat uit koffiedik.

Compostwormen, maar ook regenwormen, zijn trouwens gek op koffie. Wormen zorgen voor lucht in de grond en met hun uitwerpselen bemesten ze de bodem. Ze zijn een aanwinst voor je moestuin. Meng wat koffie door de aarde of strooi het rond je plantjes en je lokt de wormen naar je tuin.

Katten en slakken

Terwijl koffie wormen aantrekt, hebben katten en slakken er juist een hekel aan. En dat is goed, want zo kun je koffie inzetten om deze dieren uit je tuin te houden.

Katten vinden de drab aan hun pootjes niet lekker voelen en de smaak en geur van koffie erg vies. Strooi dagelijks koffiedik om ervoor te zorgen dat ze een ander plekje zoeken om hun behoefte te doen.

Voor slakken is de cafeïne in koffie teveel van het goede. Met een rand van koffiedrab rond je moestuin houd je niet alleen slakken, maar ook mieren uit je moestuin. Er treedt wel gewenning op, dus je zult na een poosje op zoek moeten naar andere manieren om deze dieren uit je moestuin te weren. Een paar tips vind je hier.

Koffiedik bewaren

Bewaar koffiedik niet te lang. Vooral als je het in een afgesloten bak bewaart, kan het gaan schimmelen. Gebruik het direct of na een paar dagen. Ook als het gedroogd is, kun je het over je moestuin verspreiden zodat de bodemdiertjes de drab kunnen verwerken.

Koffiefilter door —Estormiz 06:57, 10 September 2006 (UTC) / Public domain