Bloemen telen, plukken en schikken
Wie een moestuin heeft, heeft meestal ook wat vaste of eenjarige bloemen staan. Het is leuk om daar af en toe wat van te plukken en een stukje tuin in huis te halen. Maar hoe houd je de bloemen zo lang mogelijk goed?
Hoe mooi de bloemen er ook bij staan in de tuin, eenmaal binnen zie je ze soms snel verwelken. Jammer! Als je deze tips & trucs leest, houd je je tuinboeketten veel langer goed.
Wees er vroeg bij
Gedurende de nacht, als de zon is verdwenen en de temperatuur gedaald, hebben de bloemen zich volgezogen met water. ‘s Ochtends vroeg is daarom het beste moment om je bloemen te plukken. Ze zijn dan op hun best. Later op de avond kan ook, als het maar koel is.
Overdag in de brandende zon hebben de bloemen door verdamping al veel water verloren. Ze gaan dan eerder slaphangen. Ze zuigen zich wel weer vol, maar dat de stress heeft veel energie gekost en de bloemen zijn daardoor minder lang houdbaar.
Pluk de knoppen
Voor de meeste bloemen geldt dat je het beste de bloemen kunt plukken die net uit de knop komen, maar nog niet helemaal open zijn, Als je blij de bloemen wel wat kleur ziet, maar nog niet de hele bloem, kun je er binnen nog lang van genieten. Pluk je de bloemen met nog een dichte knop, dan komen ze waarschijnlijk niet uit. Maar dat kan soms ook heel mooi zijn. Uitzondering daarop is trouwens de camelia, ook wel de winterroos genoemd, die in de tuin als heester bloeit van februari tot en met maart. Deze knop komt binnen wel uit, al zullen de knoppen èn bloemen verdorren bij een temperatuur van 5-15 °C. Binnen is het meestal warmer.
Knip of snij zoveel mogelijk boven jonge scheuten. Vaak groeien die weer uit tot nieuwe bloemen. Bloemen in aren, zoals het eenjarig ridderspoor (zie bovenste foto), pluk je wanneer ongeveer de helft van de bloemen in de aar open is en de andere helft nog gesloten. Pluk de bloemen met een zo lang mogelijke steel. Lange stelen kun je altijd inkorten.
Gebruik goed gereedschap
Het is belangrijk voor de houdbaarheid van de bloemen om schoon en scherp gereedschap te gebruiken. Dat kan een speciale bloemenschaar zijn, maar ook een scherp mesje. Zo beschadig je de bloemen het minste.
Pluk niet teveel
Als je her en der wat bloemen weghaalt, is nauwelijks te zien dat je hebt geplukt. Bij struiken kun je takken vanaf de achterkant weghalen om de aanblik niet te verpesten en bij vaste planten kun je plukken bij een stuk waar veel nieuwe knoppen zitten (waarvan je een groot deel laat zitten).
Als je dan toch bezig bent, haal dan meteen de uitgebloeide bloemen van de plant. Na de bloei ontwikkelen zich vruchten en zaden. Dat kost energie die de plant beter in het maken van nieuwe bloemen kan steken.
Door regelmatig plukken heeft de plant weer energie voor de ontwikkeling van nieuwe knoppen en bloemen. Stop je met plukken, dan vindt eerder zaadvorming plaats. Dat zie je goed bij de lathyrus. Pluk je niet of weinig, dan veranderen de bloemen in peulen met zaden. Er bestaat zowel een eenjarige als meerjarige lathyrus. De laatste geurt niet, maar bloeit des te uitbundiger.
Meteen in een emmer
Elke minuut zonder water is stress voor de bloem. Neem daarom al bij het plukken een emmer lauw water mee en zet je bloemen er meteen in. Lauw water nemen de bloemen beter op dan koud water.
Haal de onderste bladeren meteen van de stengel. Zo heb je minder verdamping en blijven de bloemen langer goed.
Laat de bloemen daarna een paar uur, of liever nog een hele dag of nacht, rusten op een koele plek uit de zon voordat je ze verwerkt in een boeket. Zo kunnen ze zich weer volzuigen met water en bijkomen van de stress.
Verwerken in een boeket
Een boeket is leuk om weg te geven of in een vaas bij jezelf neer te zetten.
De vaas vul je voor tweederde met lauwwarm water. Gebruik een schone vaas, maak deze eventueel evengoed schoon met water en wat soda. Als er bacteriën in zitten, gaan de bloemen namelijk eerder rotten. Haal de alle bladeren weg die onder water staan. Want ook hierdoor kunnen bacteriën zich vermenigvuldigen en kan het water gaan rotten.
De stengel snijd je schuin af met een speciaal snoeischaartje of een goed, scherp en schoon mesje. Zo vergroot je het oppervlak waardoor de stengel vocht en voeding kan opnemen. Het algemene advies is om 2 – 5 cm te verwijderen. Dit kan alleen als de bloemen hoogstens 30 minuten uit het water zijn geweest. Zijn ze langer zonder water geweest, bijvoorbeeld tijdens een ritje naar een verjaardag, haal dan 5 – 10 cm weg zodat je zeker weet dat de steel van onderen goed schoon is en niet dichtgeslibd met vuil waardoor de bloem geen water kan opnemen.
Let op! Doe dit het liefst – zeker bij holle stengels – onder water, zodat er geen luchtbellen in de stengel komen. Lucht kan de vaten van stelen namelijk afsluiten waardoor de bloemen geen water meer kunnen opnemen. Ze verwelken dan sneller.
Soorten stengels
Houtige stengels
Bloemen met houtige stengels, van heesters bijvoorbeeld, nemen moeilijk water op uit een vaas. Voor deze bloemen is het noodzakelijk dat je het oppervlak waarmee de bloem water en voeding opneemt zo groot mogelijk maakt. Een grote inkeping maken in de stengel zodat deze als het ware splijt kan ook.
Holle stengels
Onder water schuin afsnijden is voor holle stengels (lupine en amaryllis) essentieel, maar je kunt ze ook met water vullen door ze ondersteboven onder een kraan te houden. Zet de straal niet te hard en gebruik lauw water. Daarna doe je er wat watjes in zodat er geen luchtbellen in komen. Bloemen met luchtbellen gaan namelijk snel hangen.
Een ander trucje voor planten die snel luchtbellen in de stengels hebben (tulpen) is de steel te prikken zodat de lucht eruit kan. Met een naald (niet met een mes!) prik je om de 5 cm een gaatje in de steel. De bloemen zullen zo veel langer rechtop blijven staan.
Snelle verwelkers
Er zijn ook soorten bloemen met melkachtige stengels die blijven ‘bloeden’. Zoals de klaproos. Pluk je een klaproos, dan hangt deze binnen mum van tijd slap.
Dit voorkom je door de klaproos eerst dicht bij de wortel af te snijden als je hem plukt. Vervolgens schroei je thuis de onderkant van de stengel dicht door de stengel een halve minuut in een bak kokend water te houden (minimaal 5 cm). Let op dat de bloem niet in de stoom komt, die gaat daardoor kapot.
Je past deze truc zo snel mogelijk toe na het plukken en houd de stengels tot die tijd in lauw water. Zorg er ook voor dat de stengels al op lengte zijn, want vanzelfsprekend snijd je de stengel hierna niet nog eens schuin af.
Bloemen die langer mooi blijven met deze methode:
- stokroos
- amaranthus (kattenstaart)
- dille
- artemisia (bijvoet)
- asclepias (zijdeplant)
- kornoelje
- epilobium (basterdwedrik)
- euphorbia (wolfsmelk)
- helleborus (winterroos)
- hyacinthoides (boshyacint)
- leonotis (wilde dagga)
- salvia (salie)
- rozen
Hoe maak je een mooi boeket?
Vaak wordt van de kleur uitgegaan. Daarvan wordt dan het soort bloem afgeleid. Kies je voor een boeket met één of twee kleuren, eventueel aangevuld met blad, dan kies je voor andere bloemen dan wanneer je voor een gemêleerd veldboeket kiest.
De kleur bepaalt de uitstraling. Kleuren die dicht bij elkaar liggen ogen rustiger dan wanneer er verschillende kleuren zijn gebruikt die tegenover elkaar in de kleurencirkel staan.
Verder worden boeketten meestal opgedeeld in klassiek of veldboeket.
Het klassiek boeket heeft meestal een rond vorm en is symmetrisch. Het zijn rustige boeketten die van alle kanten goed eruitzien.
Een veldboeket daarentegen oogt rommelig. Bij een veldboeket lijkt het alsof je willekeurig terwijl je tussen de bloemen liep her en der wat hebt geplukt. In een veldboeket kan van alles zitten: grote en kleine bloemen, grassen, takken, bladeren en wilde kruiden. Een veldboeket bestaat uit veldbloemen, waarmee inheemse wilde bloemen worden bedoeld. Als je deze bloemen inzaait, heb je de bijen en andere insecten het meest!
Een veldboeket lijkt misschien een samengeraapt zooitje, maar is wel degelijk geschikt. Bij het schikken is de korenschoofmethode heel handig. Dat doe je als volgt: je legt in de hand een bloem en legt een volgende er een beetje gekruist bovenop. En zo doe je dat met alle volgende takken, blaadjes en bloemen die erin wilt verwerken terwijl je het boeket langzaam in je hand draait na elke bloem zodat je het boeket steel voor steel in de rondte opbouwt. Uiteindelijk liggen de bloemen als een korenschoof tegen elkaar aan. Een touw of een mooi lintje erom en voilà! Klaar is je veldboeket.
Experimenteer
Experimenteer met kleur en combinaties en vergeet niet wat mooi groen blad, gras of takken erbij te steken. Zoals klimop, vrouwenmantel en eucalyptus. De kleine grijze blaadjes van eucalyptus ruiken bovendien lekker fris.
Ook kruiden zorgen voor een heerlijke geur. Bovendien staat het groene blad van kruiden mooi in je veldboeket.
Geen boeket
Je hoeft je bloemen niet per se in een boeket te verwerken. Je kunt ook een paar bloemen los in een vaasje steken of elke bloem apart in een vaasje. Ook is het mooi om wat bloemen zonder steel te laten drijven in een bak water.
De houdbaarheid van je boeket
Je bloemen blijven langer goed als je het water ververst zodra het viezig wordt. Vul ook af en toe bij. In de vaas moet voor driekwart water staan. Zet de vaas zo koel mogelijk, dus niet bij de verwarming of in de zon.
Tip! Buiten op de tuintafel staan je bloemen lekker koel en blijven ze meestal langer goed dan binnen. En zo kunnen de insecten er ook nog van meesnoepen 😊
Haal de onderste uitgebloeide bloemen regelmatig weg zodat de energie naar de bovenste bloemen kan gaan.
Wil je je bloemen oppeppen? Haal ze uit de vaas en zet ze even in warm water. Geen heet water! Rol de bloemen vervolgens in een krant en zet ze een nacht op een koele plek in een emmer water. De volgende dag zijn ze weer als nieuw. Vooral bij rozen werkt dit goed.
Eerst zaaien
Wil je bloemen kunnen plukken, dan moet je ze eerst zaaien. Als je continuïteit wilt in je bloemenaanvoer, zorg er dan voor zorgen dat er altijd iets bloeit
In mei en juni bloeit bijvoorbeeld de pioenroos, in juni en juli ridderspoor, ijzerhard en gipskruid, in juli en augustus kattenstaart en vlambloem, van juli tot september meisjesogen en duizendknoop en van juli tot oktober zonnehoed en lampenpoetsersgras.
Andere soorten die mooie snijbloemen opleveren zijn cosmea, siererwt, duizendschoon en zonnebloem, allen eenjarig. Geschikte vaste en meerjarige planten die mooie snijbloemen opleveren zijn campanula, aster, hortensia en vlambloem (flox). Kies soorten die, naarmate je meer plukt, ook meer bloemen produceren.
Maak een plan
Maak een zaai- en oogstplan waarbij de hele lente, zomer en herfst bloemen voorhanden zijn. Dat kan op een speciaal snijbloemenveldje of in een fleurige border. In de moestuin kun je ook langs de randen van de bedden bloemen zaaien. Of laat ze meedraaien in de wisselteelt om de bodem niet uit te putten.
Eenjarigen bloeien meestal langer, maar vaste planten bloeien ieder jaar opnieuw. Ook zijn ze dankzij hun stevige, diepe wortels minder vatbaar voor droogte. Kies daarom ook voor vaste planten. In de les over bloemen in je moestuin vind je onderaan een lijstje met vaste planten met mooie bloemen.
Niet alleen éénjarigen en vaste planten leveren materiaal voor een mooi boeket, ook van bollen, knollen, halfheesters, heesters en grassen kun je bloemen, takken en zaaddozen gebruiken die je mooi kunt combineren. Lees hier meer over bollen en knollen.
Hoe gevarieerder jouw tuin, hoe meer en langer je bloemen kunt plukken. Met de diversiteit bied je insecten ook gedurende een lange periode voedsel. Als wederdienst helpen zij je bij de bestuiving van je moestuinplantjes. (Tip: insecten hebben geen vaste eettijden, dus het is raadzaam je terras niet pal naast de bloemen te plaatsen.) Daarnaast heb je minder kans op ziekten en plagen, omdat je natuurlijke vijanden in je tuin haalt.
Fotocredits: Amaryllis door Paul from Hacketts Cove, Canada / CC BY Salie door Alicja via Pixabay Vlambloem door Sonja Kalee via Pixabay