Winterzaaien en naambordjes maken

winterzaaien en labels maken.

Ook in de winter kun je zaaien. Er zijn aardig wat gewassen die je in een bak in de vensterbank kunt telen en opeten tijdens de wintermaanden. Ik zal hieronder enkele soorten noemen. Maak samen met de kleuters naamkaartjes zodat jullie weten wat je hebt gezaaid. 

Wat heb je nodig voor deze activiteit?

  • Kleine bloempotjes of plantenbakjes 
  • Potgrond 
  • Zaden van kiemgroenten (zie beschrijving)
  • Houten stokjes 
  • Kleurpotloden of stiften 
  • Karton of stevig papier 
  • Scharen 

Welke gewassen kun je telen? 

Van winterharde erwten kun je de jonge scheuten eten. Verder kun je kiemen van rode biet, alfalfa, mungbonen (taugé), linzen of radijszaad telen. Binnen een week kun je deze knapperige, gezonde groenten oogsten. En dat is héél fijn voor ongeduldige kleuters! 

Hoe teel je deze kiemgroenten? 

Koop zoals gezegd biologisch zaad, want ‘normaal’ zaad kan behandeld zijn met chemi­caliën. Deze zitten niet alleen in de kiemplant, maar ook in het zaad wat je vaak mee-eet met de kiemplant. 

Kiemgroenten teel je als volgt: 

Doe in een bak een laagje aarde, strooi het zaad erop, denk af met wat aarde en houd vochtig (maar niet te nat). Bekijk de les over tuinkers voor een leuke manier van zaaien. 

Na een paar dagen ontkiemen de zaden. Als de kiemen 5-10 cm zijn, kun je ze afknippen. Heerlijk vers! 

Erwtenkiemen 

Erwtenkiemen komen uit gedroogde erwten. Die haal je bij de biologische winkel. Pas op dat je geen spliterwten koopt! Je kunt ook bij de zaadhandelaar kopen. 

Erwten en mungbonen (taugé) hebben een hardere huid dan de andere zaden. Die laat je eerst voorweken gedurende 24 uur. Leg je in laagje water. Dek het bakje af met een dekseltje of keukenfolie en zet het op een warme plek. Als de erwten zijn opgezwollen, mogen ze de aarde in. Je zaait de erwten normaal gesproken met een afstand van 2 cm als je ze tot volwassen planten laat uitgroeien. Maar kiemen hebben minder ruimte nodig, je kunt dus royaal strooien. Afdekken met een dun laagje aarde en vochtig houden, niet te nat. Zet de bak op een zonnige vensterbank. 

De zaden ontkiemen binnen een week. Na een paar weken, als de kiemen ongeveer 10 cm lang zijn, kun je de kiemen eten. Knip je ze met een schaar 5 cm boven de grond af. Lekker in salades. Maak de bak nog niet leeg, want erwtenzaden geven vaak een tweede oogst. 

Naamkaartjes maken en zaaien

Tijdsduur: Ongeveer 30 tot 45 minuten 

Knip het karton of stevig papier in kleine kaartjes van ongeveer 10×15 cm. 

Laat de kleuters de kaartjes versieren met kleurpotloden of stiften. Ze kunnen winterse tekeningen maken, zoals sneeuwvlokken, boompjes zonder blad, vogels, enzovoort. 

Vul de kleine bloempotjes of plantenbakjes met potgrond. Laat de kleuters hierbij helpen. 

Verdeel de verschillende zaden over de bloempotjes. Bespreek kort met de kleuters welk zaadje in welk potje gaat. 

Bevestig de versierde zaadkaartjes met de namen van de wintergroenten aan de houten stokjes. Dan kan met plakband of een wasknijper. Steek de stokjes in de bloempotjes, zodat de kleuters weten welke groenten er groeien. 

Laat de kleuters voorzichtig water geven aan hun geplante zaadjes. Bespreek kort waarom water belangrijk is voor planten. 

Deze activiteit combineert creativiteit met educatie en leert kleuters over het proces van zaaien en verzorgen van planten, zelfs tijdens de wintermaanden.