Bieten zaaien, oogsten en bewaren
Rode bieten zijn redelijk gemakkelijke moestuinplanten die de meeste kinderen lekker vinden vanwege de zoete smaak. Ze zijn ook erg gezond.
Bietjes, ook wel krootjes genoemd, zitten propvol met mineralen en vitamines en de rode kleurstof is goed voor je bloedvaten.
Niet alleen de bieten, maar ook het blad is eetbaar. Jonge bietenblaadjes kun je verwerken in salades en smoothies en het oudere blad kun je roerbakken.
Een biet is tweejarig, in het eerste jaar maakt ze een wortel rond, platrond of langwerpig, afhankelijk van het ras, in het twee jaar bloeit de plant en kan je eventueel zaad winnen. Daarover later meer.
Er zijn allerlei rassen bieten in uiteenlopende kleuren en vormen, van geel tot oranje en wit met rode ringen. Van de biologische bietenrassen (biologisch zaad heeft de voorkeur om deze reden) heeft het ras Chioggia prachtige rood-witte ringen en een zachte zoete smaak. Het ras Cylindra type Halflange is een smalle hoogopgroeiende biet (langwerpig) die je niet te vroeg moet zaaien, het liefst tussen april en juli.
Bieten zaaien
Bieten kun je meteen buiten zaaien of binnen voorzaaien, bijvoorbeeld in trays. Beide methodes hebben voor- en nadelen. Een nadeel is dat bieten over het algemeen niet zo van verplanten houden, de worteltjes zijn nogal kwetsbaar. Een voordeel is dat je met voorzaaien gemakkelijk het teveel aan zaailingen weg kan wegknippen en de zaailingen na zo’n vier weken gelijk op de goede afstand kan uitplanten.
Dat wegknippen van de zwaksten is trouwens vooral nodig als je grote rode bieten wilt. De zaden van bietjes zijn eigenlijk vruchtjes die net als bij de snijbiet in een vruchtkluwen (kurkachtig bolletje) met 2-4 stuks bij elkaar zitten. De plantjes die daaruit komen, beconcurreren elkaar vanaf het begin en de wortels (bietjes) zullen daardoor klein blijven. Geef je de sterkste de ruimte door de rest met een schaar weg te knippen, dan ontwikkelt zich daar een grote biet. Dat ‘dunnen’ doe je als de zaailingen 2 of 3 blaadjes hebben.
Neem je genoegen met kleine bietjes, die overigens heel smaakvol zijn, dan kun je ze allemaal opkweken.
Binnen zaaien
Bieten houden van kouder weer, ze groeien het best als het overdag rond de 15-20 graden Celsius is. Daarom kun je ze best in de lente of in de herfst kweken. Ontkiemen doen ze vanaf 7 graden.
Voorzaaien kun je goed doen in een koude kas vanaf begin maart. Zaai je rond die tijd binnenshuis, dan is er nog te weinig licht en zullen ze plantjes het licht opzoeken. Je krijgt dan lange, dunne sprieten met een zwakke gezondheid. Datzelfde probleem heb je trouwens als je sla, andijvie, kool en tomaat begin maart binnenhuis vroeg voorzaait. De bietjes die je koel en met voldoende daglicht in de koude kas of bak opkweekt zijn kort, gedrongen en gezond. Ze hebben veel blad en weinig steel.
Besluit je voor te zaaien, laat de plantjes in de potjes dan niet te groot worden en knip de lange dradige wortel af bij het verplanten. Zo stimuleer je de knol om zich verder te ontwikkelen.
Uitplanten kan na een week of vier. Plant de zaailingen uit op ongeveer 10-12 centimeter van elkaar. Plant of zaai je in meerdere rijen, houd dan een afstand van 30 cm tussen de rijen aan. Blijf nu goed voor de plantjes zorgen. Geef regelmatig water en haal onkruid en gele of dorre blaadjes meteen weg.
Je kunt ook bietjes in een pot telen. Kies dan een grote pot van minstens 15 tot 20 cm breed en diep, voor een paar bieten.
Buiten zaaien
Buiten zaaien kan vanaf half maart of zodra het overdag 7 graden is (ontkiemingstemperatuur). Om het kiemen te bevorderen, zaai op een niet zonnige dag of in de vooravond. Zo droogt de aarde niet meteen uit.
Meestal worden bietjes in rijtjes gezaaid. Maak met een steel van een hark of schoffel rechte geultjes van 1-2 centimeter diep en leg om de 4 tot 5 centimeter een zaadje in de geul. Dek de zaadjes toe met een laagje aarde. Om niet te vergeten wat je gezaaid hebt, zet je er een meteen een naambordje bij.
Lees hier hoe je leuke naambordjes maakt.
Druk de grond een beetje aan zodat de aarde goed om de zaadjes heen komt te liggen. Door het contact met de vochtige grond zullen de zaden ontkiemen. Het is van belang dat de grond niet te droog is. Begiet de zaadjes met voorzichtig met de sproeikop op de gieter en houd de grond de dagen na het zaaien vochtig.
Je kunt ook mulch rond de bieten verspreiden om uitdroging te voorkomen. Mulchen helpt bovendien tegen onkruid. Lees hier meer over mulchen.
Ook als je buiten zaait, zul je moeten dunnen als je grote bieten wilt. Want ook hier zitten er 3-5 plantjes in één vruchtkluwen. Knip de zwaksten weg met een schaar en trek ze nooit weg. Met trekken bestaat het risico dat je de andere plantjes meetrekt.
Wil je regelmatig bietjes oogsten, zaai dan gespreid. Je kunt bijvoorbeeld in half maart zaaien voor een vroege oogst, in april of mei nog een keer en dan in juli voor een late herfstoogst of soms zelfs vroege winteroogst. Bedenk wel dat de bieten niet goed groeien als het heel warm is.
Vruchtwisseling
Over het algemeen heeft biet gelukkig weinig last van ziekten en plagen, maar let er in verband met de vruchtwisseling op dat de bieten niet komen te staan waar het vorige seizoen snijbiet of warmoes groeide. Rode bieten en snijbieten zijn namelijk aan elkaar verwant en hebben last van dezelfde ziektes. Als de planten na elkaar op hetzelfde stuk grond komen te staan, is de kans groter dat bietenvlieg, bietenmoeheid, het wortelknobbelaaltje of de echte en valse meeldauw van snijbiet aan rode biet wordt doorgegeven en dat wil je natuurlijk voorkomen.
Voeding
Rode biet hoort rekening houdende met vruchtwisseling in het vak van de wortelgewassen. Maar vergeleken met uien, worteltjes en de andere wortelgewassen hebben bietjes wat meer voeding nodig.
Werk in de winter alvast wat rijpe compost of oude stalmest onder en hark twee weken voor het uitplanten wat extra oude compost in de grond. Gebruik dan weinig oude stalmest en in geen geval verse mest. Bieten hebben niet veel stikstof nodig (wat in mest zit). Sterker nog: ze gaan door teveel stikstof veel blad aanmaken en krijgen een hoog nitraatgehalte, wat niet goed is voor de gezondheid.
Bieten hebben dus geen hoge stikstofbehoefte, maar kunnen net als wortels, aardappels en uien wel wat extra kalium gebruiken voor de ontwikkeling van de ‘kroot’. Een tekort aan kalium herken je bij rode bieten aan het blad. Dat blijft klein en donkergroen, kan gegolfd of gebobbeld zijn en droogt uit langs de randen.
De bodem
Bieten houden van grond met een pH-waarde tussen de 6,0 en 7,5.
Verder doen bieten het net als andere knolgewassen zoals wortelen, pastinaak en uien goed op een lichte grond. In lichte grond worden de bieten mooi rond (tenzij je een langwerpig ras hebt). Maak de grond voor het zaaien of planten mooi los door deze om te woelen met een woelvork of fijn te harken en haal stenen en keien weg.
Maak ook de grond onkruidvrij voordat je uitzaait of uitplant. Net na het zaaien zal je namelijk een tijdje geen onkruid kunnen wieden. Pas zodra de bietenplantjes herkenbaar zijn, kan je het onkruid er weer tussenuit halen. De bietenplantjes zijn gelukkig vrij snel herkenbaar aan hun paarsrode kleur en dan kun je het onkruid tussen de bietjes verwijderen zodat alle water en voeding naar de bietjes gaat. Je kunt de bodem ook mulchen om onkruid te voorkomen.
Gemakkelijke groente
Als je rekening houdt met wisselteelt (niet na warmoes of snijbiet), het onkruid weghoudt, de grond los en voldoende water geeft bij droogte kan er weinig misgaan. Bieten zijn een gemakkelijke groente.
Het enige waar je op moet ketten zijn slakken. Die houden van de jonge bietenplantjes.
Lees hier wat je tegen slakken kunt doen.
Bieten(blaadjes) oogsten
Zoals gezegd kun je zowel blad als biet eten. Jong bietenblad is heerlijk door salade of een groene smoothie. Je oogst het al na een week of vier. Pluk alleen het buitenste blad zodat de plant verder kan groeien. De oudere bladeren zijn lekker door stamppotjes, roerbakgerechten of pasta. Bietenblad smaak een beetje naar snijbiet.
Ongeveer zeven weken na het zaaien zie je de bieten boven de grond uitkomen. Als ze groot zijn als een pingpongbal zijn ze lekker, maar je kunt ze ook nog groter laten worden. Ze zullen niet even groot worden. Oogst de grootste eerst en laat de rest lekker doorgroeien.
Je trekt de bietjes heel gemakkelijk uit de grond. Haal meteen het loof eraf, anders worden de krootjes zacht. Het loof knip je niet, maar draai je eraf. Op deze manier bloeden de bieten nauwelijks en blijven ze stevig totdat je ze in een gerecht verwerkt.
Op het bed waar de bieten stonden kun je vervolgens stamboontjes, kolen, maïs, prei of sla telen.
Bieten bewaren
Koel bewaard, blijven bietjes ruim een week lekker. Stop je ze in een kistje met vochtig zand en zet je dat weg op een vorstvrije plaats, dan kun je ze zelfs een paar maanden bewaren.
Om je veel werk te besparen, is het een idee om de bietjes in één keer in zijn geheel, gewassen, maar ongeschild ongeveer 45 minuten te koken, daarna te schillen (de schil wrijf je er dan zo af in een pan met koud water), te raspen of snijden om vervolgens in porties in te vriezen. De smaak gaat er niet veel door achteruit.
Bieten eten
Bieten zijn erg veelzijdig en maken gerechten zoet. Je kunt ze koken (zie hierboven hoe je dat doet), stoven of roosteren in de oven.
Rauw zijn de bieten nog gezonder. Rasp de bieten door salades of doe ze in een groene smoothies (die dan natuurlijk niet langer groen is). Bietensap is ook erg gezond.
Je kunt ook chips maken van bieten. Snijd wat plakjes en bak deze in de oven besprenkeld met wat olie. Ook zoetzure bietjes zijn lekker.
Dit is een recept voor een frisse bietensalade.
Zaad winnen
Zoals gezegd is de biet een tweejarige plant. Het eerste jaar maakt de plant de knol (biet), het tweede jaar bloeit hij en vormt hij zaad.
Bietjes zijn kruisbestuivers en omdat ze met snijbiet, suikerbiet en voederbiet tot de familie Beta vulgaris behoren, kunnen ze ook met deze planten kruisen. Bietenbestuiving gaat via de wind en bestuiving kan tot over meer dan een kilometer plaatsvinden. Je weet dus niet zeker wat voor zaad je krijgt. Komen daar wel bietjes uit?
Het is altijd leuk om te kijken welk zaad je hebt gekregen. Wil je eens proberen zaad te winnen van één of twee bietjes (omdat deze zo lekker smaken of er leuk uitzien) haal dan een paar bietjes in de nazomer uit de grond. Wat meer dan twee, want je weet niet hoe ze de winter doorkomen. Draai het loof eraf en leg de bietjes in een kistje met vochtig zand gedurende de winter weg op een vorstvrije plek.
In de vroege zomer zal de plant bloeien. Een bietenplant wordt ruim een meter hoog, dus ondersteuning met een stok is aan te raden. In de nazomer zijn de zaden rijp. Dit kun je zien aan de vruchtkluwens, die moeten kurkachtig en droog zijn. Als je ze hebt geoogst, droog je ze nog even na op een droge plek voordat je ze opbergt op een koele, droge, donkere plek. De zaden kun je ongeveer vier jaar bewaren.
Lees hier hoe je zaden bewaart.
Lees hier meer over zaden oogsten.
Fotocredit: Foto biet in grond door Couleur via Pixabay Bietensap door congerdesign via Pixabay