kas

Als het zonnig is en er weinig wind staat, is het perfect weer om te zaaien.

Want je wilt niet dat je zaad wegwaait of wegspoelt. Niet te nat dus, maar ook weer niet te droog. Is de grond nu erg droog, begiet deze dan de avond voordat je gaat zaaien.

Waar let je verder op bij het zaaien?

• Doe het te zaaien zaad per soort in een bakje of schaaltje waar je het gemakkelijk met je vingers uit kunt halen.
• Zeker voor fijn zaad als sla en postelein is het belangrijk dat er weinig wind staat.
• Bij fijn zaad mag de grond ook wat fijner en vlakker aangeharkt zijn.
• Bij zaaien in de minikas: 1 zaadje per potje.
• Houd de eerste week de grond vochtig, maar verdrink je zaad niet en spoel het niet weg. Voorzichtig gieten dus.

Grond keren tegen onkruid

Tegen onkruid kun je eventueel grond keren voordat je zaait of zaailingen plant. Dat doe je niet te diep, slechts een halve spade. Het onkruid ligt dan onder, er komt geen licht bij en de onkruidzaden komen niet op. Nieuw onkruid moet eerst komen aanwaaien, wortelen en ook nog groeien. Tegen de tijd dat nieuw onkruid volwassen is, zijn jouw planten al groot en sterk.

Is je moestuin nieuw en staat deze vol grassen haal dat dan eerst weg. Uit de wortels kunnen nieuwe planten groeien en als je zoveel gras hebt, kun je ook veel terugverwachten als je het in de grond laat. Het heeft nu nog nauwelijks zaad kunnen vormen en kan mooi op de composthoop.

Hieronder zaai-instructies voor sperziebonen, courgette en maïs in de minikas en voor sla en rode biet in de volle grond. Ook kun je lezen hoe je aardbeien plant en leer je hoe je een blauwe bes in een pot teelt. Bij deze instructies is uitgegaan van zaaibedden van 1 x 1 meter.

Sperziebonen

Sperziebonen kweek je op binnen of in een minikas. Zaai meer dan je nodig hebt. Wil je bijvoorbeeld 24 sperzieboonplanten overhouden zaai er dan 35. Zaai in een tray 1,5 cm diep. Omdat de bonen veel vocht opnemen, mag je ze wat natter maken dan het andere zaad.

Als de plantjes naar het land kunnen, verplaats je ze voorzichtig en houd je ze nat. Zorg ervoor dat je de plantjes op een plek zet die halfschaduw tot zonnig is.

De 24 planten verdeel je over 2 rijen van 12 planten. De plantafstand is 50 cm tussen de 2 rijen en 8 cm tussen de planten in één rij.

Courgette

Courgetteplanten worden groot, dus meestal is één plant in een bed van 1 x 1 meter voldoende.  Zaai we een paar zaadjes binnen of een minikasje dat op een zonnige plek staat. Doe dat net als bij de sperziebonen op 1,5 cm diepte.

Zodra de plantjes groot genoeg zijn, zet je ze in een kleine pot. Daar blijven ze nog een weekje, voor je raam of bij mooi weer buiten.

De mooiste courgetteplant verplaats je naar het midden van je bed. Deze plant groeit heel hard en heeft een hoge opbrengst.

Maïs

Van deze gemakkelijke plant zaai je voor een kleine rand langs je moestuin 20 stuks in een kasje op 1,5 cm diepte. Het kasje plaatsen we op een zonnige plek.

Uiteindelijk komen de plantjes aan de rand van de moestuin, niet in de bedden. Als je ze overplant naar de moestuin zet je ze dicht bij elkaar. Plant ze in twee rijen op 15 cm afstand van elkaar zodat zelfbestuiving kan plaatsvinden.

De plantjes hebben bewatering nodig, maar weinig onderhoud. Af en toe een zijrank weghalen, meer niet. Lees meer over maïs telen.

Sla

Rucola, eikenblad en pluksla kun je meteen in de volle grond zaaien. Dit doe je in rijtjes, voor elke soort een rijtje. Kies voor een zonnige plek, want sla heeft zon nodig.

• De afstand tussen de rijen is 20 cm
• De zaaidiepte is 0,5-1 cm
• De zaaiafstand (afstand tussen de zaden) is heel klein, namelijk een paar mm.

Zaaien doe je door wat zaad met je vingertoppen in de gaatjes te strooien.

Oogsten kun je al na drie weken, als je plantjes ongeveer 10 cm hoog zijn. Oogsten doe je door de onderste bladeren van de slaplantjes horizontaal af te snijden tot 5 cm van de grond terwijl je met je andere hand de slablaadjes daarboven vasthoudt. De eerste oogst van de plant is het malst.

Elke keer als de blaadjes 10 cm groot zijn kun je ze snijden en eten. Dat kan tot het einde van de teelt, als de sla begint door te schieten.
De hele teelt van één slaplant duurt 6-8 weken, afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden. Daarna zaai je weer opnieuw.

Je kan ook je teeltbed voor de helft inzaaien en de andere helft na 3-4 weken. Op die manier spreid je de oogst en heb je het hele seizoen verse sla.

Rode biet

Bietzaden zaai je op een zonnige standplaats. Je zaait de zaadkluwen met 2 tot 3 zaden op een afstand van 5 cm. van elkaar.

De afstanden zijn als volgt:

Rijafstand 25 cm
Zaaidiepte 1 cm
Zaaiafstand 5 cm

Je zaait tot dat de zaden op zijn.

Als de plantjes zijn uitgekomen, verwijder je de kleinsten. Je verwijdert er net zoveel tot je op elke 10 cm één plantje overhoudt. Die krijgt dan voldoende voeding en zon om goed te kunnen groeien. Anders groeien de bieten te dicht op elkaar en vergroeien ze.

Aardbeien planten

Aardbeien kunnen twee jaar mee en zijn winterhard. Door twee teeltbedden te gebruiken, kun je de aardbeien laten meerouleren met de wisselteelt. De twee bedden moeten voor dat doel naast elkaar liggen.

De aardbeien plant je op een zonnige standplaats.
Planten 6 stuks per bed (uitgaande van een teeltbed van 1 x 1 meter) in 2 rijen van 3. De rijen staan evenwijdig aan je looppad zodat je later gemakkelijk kunt plukken.

Eventuele uitlopers (dat zijn de nieuwe plantjes die de aardbei maakt vanaf de stengel) snijd je van de plant zodat de groeikracht naar de oorspronkelijke plant blijft gaan.

Na twee maanden verschijnen de eerste aardbeien. Dan leg je stro of liever nog hennepvezel onder de vruchten op de bodem. Zo voorkom je dat de rijpende vruchten de grond raken en gaan rotten.

Blauwe bes

De blauwe bes plant je in een bak van minimaal 20 liter die je vult met een derde compost en twee derde tuinturf. Je plaatst de pot op een plek die half schaduw, half zonnig is. Daar kan hij een paar jaar staan. De blauwe bes is een langzame groeier en kan tot 30 jaar oud worden. Een leuke struik om bij de geboorte te planten.

Vanaf juli zitten er mogelijk al besjes aan, afhankelijk van de leeftijd van de plant en de soort blauwe bes. Deze plant is zeer winterhard en overleeft vorst zelfs in een bak of pot. Snoeien is zelden nodig. Een bijzonder gemakkelijk gewas dus!