Sleedoorn
Als je struiken plant, hebben inheemse planten de voorkeur. De sleedoorn is zo’n inheemse heester. Tussen de doornen van de sleedoorn vinden vogels een veilige broedplaats.
De sleedoorn (Prunus spinosa) is waarschijnlijk een van de stamouders van de pruim. Dat is te zien aan de naam, ‘slee’ is een oud-Nederlands woord voor pruim. Slee is daarnaast verwant met het woord voor pruim in de Slavische talen. Dat zie je bijvoorbeeld aan de naam van dranken gemaakt van pruimen: slivovitsj en szilvapálinka.
Deze struik bloeit al in de vroege lente met kleine witte bloemetjes – van eind maart tot eind april – vaak nog vóór er blad aan de struik zit. Het is een vrolijke lentebode. Hij bloeit zelf zó vroeg dat de bestuivers soms nog niet erg actief zijn. Ook kan het nog vriezen waardoor de bloempjes kapotvriezen. Zonder bestuiving en met bevroren bloemetjes krijg je geen vruchtjes.
Die vruchtjes komen laat, in tegenstelling tot de bloesem die vroeg komt. Die kleine groene pruimpjes die later blauwzwart worden vallen wat tegen. Ze zijn hard, wrang en zuur en zelfs vogels lusten ze niet. Ze worden soms ook wel trekkebek genoemd, dan kun je je iets voorstellen bij de smaak.
De sleebessen smaken iets beter als de vorst erover is geweest (dan zie je vogels er soms wel van eten), maar nog steeds te zuur om zo te eten voor de meeste mensen, laat staan voor kinderen.
Natuurwaarde sleedoorn
Waarom is de sleedoorn dan toch waardevol voor jouw moestuin?
Vanwege de stekels kunnen vogels er onbekommerd broeden. Geen roofdier, zoals de kat, die zich in de struik waagt. Grappig weetje: vroeger gebruikten arme mensen de doornen van de sleedoorn soms om hun schoenen te repareren.
Verder komen er vrij veel dieren af op de bloeiende sleedoorn zoals honingbij (bestuiving), zweefvliegen en de dagvlinders sleedoornpage, gehakkelde aurelia, kleine vos en dagpauwoog. De meidoornstippelmot kan de plant kaalvreten en de pruimenmot eet alleen de vruchten. Sleedoornpruimen zijn ook voedsel voor onder meer lijsters.
Wij kunnen van de pruimpjes sleedoornsiroop en sleedoornlikeur maken. De eerste voor kinderen, de tweede voor jou.
Lees hier hoe je deze sleedoorndrankjes maakt.
Grote struik
De sleedoorn is een echte pionier die zich behalve door zaden ook door zijn uitlopers (wortelopslag) gemakkelijk verspreid. Deze sterke plant die goed is aangepast aan sterke erosie op hellingen is tevens een indicatorsoort voor leem in de bodem. Hij houdt van zon en een vochtige, voedselrijke en kalkrijke bodem.
Alleen mensen met een behoorlijke grote moestuin hebben deze mooie inheemse struik staan, want deze wordt behoorlijk groot: maar liefst 4-6 meter hoog en 3-4 meter breed. Heb je hem zelf niet? Dan kun je altijd nog zoeken naar bessen in parken en plantsoenen waar de sleedoorn vaak wordt aangeplant samen met mispel, vlier, meidoorn en hazelaar.
Fotocredits:
Besjes door Manfred Richter from Pixabay
Sleedoornpage door Ge van 't Hoff, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons
Foto sleedoorn in bloei door Anneli Salo, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons