De hazelaar
De hazelaar is een aanwinst voor je moestuin en de dieren die er leven. De biodiversiteit schiet omhoog met een notenboom. Zelf kun je lekkere gerechten maken met hazelnoten. De recepten lees je hier.
Maar de hazelaar is een grote struik, je moet er voldoende ruimte voor hebben. Hij wordt 4 tot 6 meter hoog en net zo breed. Hem in toom houden door snoei is nadelig voor de oogst, dus dat doe je liever niet. Deze struik kan voor schaduw in de tuin bij de buren zorgen, die zijn daar misschien niet zo blij mee. Plant de struik alleen als je een grote tuin hebt of een voedselbos wilt beginnen.
Planten doe je van november tot april als je een struik met kale wortels hebt. Deze is goedkoper dan een plant in een pot, die je het hele jaar kunt planten. pas na tien jaar gaat de hazelaar vrucht dragen, dus als je dat snel wilt, kun je beter een al wat oudere hazelaar kopen bij de kwekerij.
Inheems
In het Latijn heet de hazelaar Corylus avellana, hij komt uit de berkenfamilie. De aanduiding avellana komt van Avella, een plek in Italië. Daar komt de hazelaar oorspronkelijk vandaan, maar de struik is al zo lang hier dat we hem inheems mogen noemen. Behalve bij de boomkwekerij komt de gewone hazelaar ook in het wild voor. Je vindt hem in loofbossen als ondergroei en aan de bosrand.
Behalve de gewone hazelaar zijn er andere soorten:
Corylus maxima ‘Purpurea’. Heeft mooi bruinrood blad en levert lekkere noten (die onder tuiniers ‘vruchten’ worden genoemd).
Boomhazelaar. Wordt maar liefst 6 tot 12 meter. Werd eind zestiende eeuw vanuit de Balkan naar West-Europa gehaald. Bloeit net als de gewone hazelaar vroeg en biedt lekkere noten.
Treurhazelaar, in het Latijn Corylus avellana ‘Pendula’ (pendulus =hangend). Zie je zowel in tuinen als op begraafplaatsen.
Bloemen, vruchten en pollen
De hazelaar is een zogeheten naaktbloeier: de struik bloeit als deze nog geen bladeren heeft. De gewone hazelaar is de vroegste bloeier in de natuur. Hij bloeit al in januari/februari en soms tijdens zachte winters al eind december. Die vroege bloei heeft een reden. Het stuifmeel wordt verspreid door de wind. Zou de struik al in blad staan, dan is de kans dat het stuifmeel de stamper bereikt veel kleiner. Pas in mei komt het blad, in november valt dat af.
Aan de hazelaar zitten de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen apart. Dit zijn eenslachtige bloemen, omdat ze maar één geslacht hebben per bloem. De plant zelf is eenhuizig, omdat op elke plant zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen zitten. Voor de vroeg in het jaar actieve bijen is de vroege bloei fantastisch, die kunnen al vroeg het pollen (ander woord voor stuifmeel) verzamelen.
De mannelijke bloemen zitten in katjes bij elkaar en zijn al aan het eind van de zomer te zien. Als ze bloeien in januari kunnen ze zo’n 12 cm lang worden. De vrouwelijke bloemen zitten met drie tot vier stuks in een klein knopje bij elkaar in de oksels van de bladeren. Tijdens de bloei zijn alleen de opvallende, rode stijlen met de stempels te zien.
De hazelaar is voor de bestuiving voor groot deel afhankelijk van de wind. Als de mannelijke katjes rijp zijn in januari geven ze daarom heel veel pollen af aan de lucht. Want slechts een klein deel van het pollen komt op de stempels van de vrouwelijke bloemen terecht, de rest waait weg. Zodra dat gebeurt, is de bloem bevrucht en zal een vrucht, de hazelnoot, groeien. Sommige mensen zijn gevoelig voor dat pollen en krijgen hooikoortsachtige klachten.
Hazelnoten
De gewone hazelaar is zoals gezegd een zelfbestuiver, maar de oogst wordt talrijker als er een andere hazelaar in de buurt staat.
De noten zijn, dat verschilt per soort, tussen begin september en eind november rijp. De noten laten dan heel gemakkelijk los uit hun hulsjes envallen op de grond. Als je vlak voor de oogst de onderbegroeiing weg haalt onder de struik, is het gemakkelijker om de noten te vinden.
De hazelnoten vormen een belangrijke voedselbron in de winter voor sommige dieren. Als ze op de grond vallen, moet je er snel bij zijn. Anders worden ze gegeten door vogels en muizen. Die muizen knagen gaatjes in de schil om bij de noot te komen. Biologen kunnen aan de vorm van het gat zien welke muis aan de noot heeft geknabbeld. Is het een rosse woelmuis, bosmuis, grote bosmuis of hazelmuis?
Hazelmuizen draaien de hazelnoot rond terwijl ze een gaatje knagen en schrapen stukjes van de opening af in de richting van de rand. Hierdoor krijg je een mooi rond gaatje erin met een glad snijvlak. In tegenstelling tot de gaatjes van de bosmuizen en rosse woelmuizen waar op de rand duidelijk knaagsporen te zien zijn.
Hier vind je een paar mooie afbeeldingen van vraatsporen aan hazelnoten in beeld.
Het is erg leuk om de noten samen met de kinderen te onderzoeken! Heb je geen hazelaar in de tuin? Dan kun je een in het wild opzoeken. Ze groeien in veel stadsparken en bossen. Als je weet hoe hij eruit ziet, is het ook leuk om de struik/boom op te zoeken.
De hazelnoten in het wild worden door dieren, zoals de Vlaamse gaai, verspreid. Verder verspreidt de hazelaar zich via worteluitlopers.
Hazelnoten bewaren
De hazelnoten worden ook muf als je ze te lang laat liggen, ook dat is een reden ze zo snel mogelijk te rapen. De hazelnoten bewaar je het beste op een koele droge plek in een trommel. Ongeschilde noten kun je zo ongeveer een jaar bewaren.
Nieuwe struiken
Je kunt de hazelaar zaaien in een potje gevuld met zand en potgrond, dat is leuk om te doen. De grond houd je vochtig (niet nat). Zet het potje met een plastic zakje (broeikasje) erom op een lichte plek. Het kleine plantje kun je vervolgens als het groter is buiten uitplanten.
Je kunt ook een nieuwe struik laten groeien door een tak af te leggen. Je buigt hem tegen de grond en zet hem vast. Aan de tak gaan wortels groeien de grond in. Als de wortels stevig genoeg zijn, knip je de tak af. De tak en wortels groeien dan uit tot een nieuwe struik.
Hout als grondstof
Van de rechte takken werden vroeger wandelstokken gemaakt. Rechte takken verkreeg men door de struik tot de grond terug te snoeien. De plant maakte dan heel snel rechtopstaande takken aan die als wandelstok werden gebruikt.
Gevorkte takken van de gewone hazelaar worden gebuikt als wichelroede om ondergrondse waterstromen of energievelden op te sporen. Om krachtige wichelroedes te verkrijgen, wordt het hout op Goede Vrijdag of op Sint Jansdag (24 juni) gesneden.
Denk jij dat wichelroedes werken?
Verder worden van het hout van de hazelaar al duizenden jaren speren en pijlen gemaakt. De buigzame twijgen zijn ook heel geschikt voor vlechtwerk.
Fotocredits:
Hazelaar met katjes door Rasbak, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
Vrouwelijke bloemen hazelaar door Rasbak, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
Hazelaar met noot en hand door G.Lanting, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons