Mulchen in de herfst

Heb jij lege teeltbedden in de winter, dan is het goed om deze te bedekken. Dat kan door groenbemesters in te zaaien, maar ook door te mulchen. Hier lees je meer over de voordelen van mulchen en de materialen waarmee je dat kunt doen.

In de natuur wordt onbedekte grond meteen bedekt door wat wij zien als onkruid. De zaden zaten nog in de grond of worden aangevoerd door de wind. Die onkruiden grijpen hun kans, nu het gewas dat licht tegenhield verdwenen is. Het zijn kruiden die vaak geneeskrachtig of eetbaar zijn, maar die soms woekeren en in elk geval de plek innemen van jouw moestuinplanten. Dat wil je niet.

Natuurlijk kun je blijven schoffelen en hakken om het onkruid te bestrijden. Maar dan heb je nog steeds een kale grond die bloot staat aan grote temperatuurverschillen. Dat vindt het bodemleven minder aangenaam dan een gelijkmatiger temperatuur onder een bedekte bodem.

Andere nadelen van kale grond zijn dat de regen de grond kan dichtslaan en de bodem niet meer kan ‘ademen’. Zo krijg je teveel CO2 en te weinig zuurstof in de bodem en dat is heel slecht voor je planten en de bodemorganismen.

Ook kan de bovenste vruchtbare grondlaag wegspoelen bij zware regenval en wegwaaien bij droogte. Of de voedingsmiddelen spoelen weg naar diepere lagen, omdat ze niet worden vastgehouden door planten(wortels). Daarom is het beter om in plaats van te schoffelen of hakken de bodem te bedekken.

Methodes bodem bedekken

De bodem bedekken kan door groenbemesters, mulch en afdekzeil. In de les over bodembedekking in herfst en winter lees je wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende methodes.

Afdekken is niet mooi, trekt muizen aan en het voedt de bodem niet. Als je ook je moestuin wilt voeden, kies je voor groenbemesters of mulchen.

Aan groenbemesters kleven een aantal nadelen:

  • De groenbemesters behoren tot een gewasgroep net als jouw moestuinplanten. Het luistert nauw welke groenbemester je kiest, wil je de vruchtwisseling niet in de war gooien.
  • De groenbemesters houden niet meteen onkruid tegen, je zult alsnog – met de hand om de prille plantjes groenbemester niet te beschadigen – moeten wieden.
  • Groenbemesters voeden, maar ze nemen ook voeding op. Als je ze na de groei uittrekt en op de composthoop doet, voegen ze geen voeding toe aan de bodem. Je moet ze onderspitten. Maar daar krijgen ze minder zuurstof en verteren ze langzaam, waardoor de verrijking van de bodem door groenbemesters lang op zich laat wachten.
  • Sommige groenbemesters zijn winterhard. Het zal steeds vaker gebeuren dat de groenbemesters niet afsterven en je ze als onkruid moet bestrijden, want er komen steeds meer zachte winters. Gewiede groenbemesters wil je niet afvoeren naar de composthoop, die spit je onder. Maar spitten verstoort de bodem. Hoe dat zit, lees je in deze les.

Ook mulchen heeft nadelen:

  • Slakken houden van half verteerd, vochtig materiaal zoals mulch. Je krijgt dus meer slakken op de tuin.
  • Merels zoeken graag onder en tussen de mulch, omdat ze weten dat ze daar smakelijke hapjes zoals wormen kunnen vinden. Met hun poten krabben ze de boel opzij, inclusief jong zaaisel in de lente. Een voordeel van al dat krabben is wel dat er lucht komt in de mulch waardoor het verteringsproces sneller gaat.
  • Onder mulch warmt de grond in de lente langzamer op dan kale grond. Als je gaat zaaien of planten moet je daarom eerst de mulch wegharken zodat de zon de grond kan opwarmen.
  • Het laagje gaat de onkruidgroei een beetje tegen, maar wortelonkruiden (paardenbloem, distel, heermoes, kweek) storen zich er niet aan en groeien rustig (vaak beter, want beschermd en gevoed) verder.

Maar dan de voordelen van mulchen!

  • Mulch verteerd en wordt voeding voor het bodemleven. Dat bodemleven verbetert de bodemstructuur.
  • Het mulchlaagje houdt de temperatuur in de grond constant.
  • Onder het laagje blijft de grond vochtiger, want mulch isoleert dankzij de hoeveelheid lucht tussen de deeltjes. Daardoor is de verdamping minder.
  • Groenbemesters moet je onderspitten, maar mulch hark je op een hoopje.

Liever mulchen

We hebben steeds zachtere winters waarbij de groenbemesters niet het loodje leggen en je ze moet rooien en onderspitten. Aan mulch heb je stukken minder werk. Alle voor- en nadelen tegen elkaar afwegend is mulchen een heel goede oplossing voor een kale bodem.

Net als in de natuur zelf doet, verspreid je veel dood plantenmateriaal over de bodem in de herfst. Tegen het voorjaar is de meeste mulch verdwenen. Je kunt dan zaaien en planten. Je kunt ervoor kiezen het restant mulch opzij te schuiven om de bodem te laten opwarmen. Dat hoeft niet per se, je kunt ook meteen zaaien en planten. De structuur van de aarde is uitstekend en er is geen onkruid. Zijn de plantjes wat groter en tiert ook het onkruid welig, dan leg je een nieuwe laag mulch om de onkruidgroei te onderdrukken. Hark het mulchmateriaal niet onder! Het is niet nodig en de vertering gaat langzamer.

Door regelmatig, het jaarrond je moestuin te mulchen, geef je voedingsstoffen een de bodem en het bodemleven, je verbetert de bodemstructuur en water wordt beter vastgehouden. Meststoffen en gieren zijn vaak niet eens meer nodig.

Wat gebruik je als mulch?

De mogelijkheden voor mulch zijn heel divers, als het maar plantaardig materiaal is. Hoe diverser de samenstelling van je mulchmateriaal, hoe diverser het aanbod aan voedingsstoffen.

Soorten mulch

  • Uit je moestuin: doorgeschoten sla, ranken van uitgebloeide erwten, aardappelloof, onkruid dat niet in zaad is gekomen en waarvan de wortel is verwijderd, oogstresten.
  • Stro en hooi voor als je onvoldoende organisch materiaal uit de tuin hebt.
    Het nadeel van stro en hooi is wel dat het gemakkelijk wegwaait als het droog is. Dit voorkom je door er wat grond of kluiten op te leggen. Het stro maak je fijner door er met een grasmaaier overheen te gaan. Zo stop je het wat gemakkelijker tussen de planten.
  • Planten met lange penwortels zoals smeerwortel en zuring die voedingsstoffen diep uit de bodem ophalen en bij verteren afgeven aan de bodem.
  • Half verteerde compost.
  • Houtsnippers en heggenknipsels. Al verteert dit wat langzamer. Het is ideaal materiaal voor onder fruitbomen en bessenstruiken.
  • Versgemaaid gras. Let op dat daar geen onkruidzaden tussen zitten.
  • Karton kun je gebruiken als al het bovenstaande niet voor handen is. Vergeet niet het alle plastic tape er af te halen! Kartonmulch gaat lang mee. Maar let op: naaktslakken zijn er dol op!
  • Bladeren

Mulchen met bladeren

Bladmulch is goede mulch, omdat het snel verteert en je in het voorjaar een goed gevoede bodem hebt. De volgende soorten loofblad behoeven de aandacht:

Notenblad

Van walnootblad wordt gezegd dat er Juglon uit vrijomt, een stof die het kiemen van andere planten zou afremmen. Maar deze stof komt vooral voor in Amerikaanse notenbomen en sporadisch in de Europese walnootsoorten. En het zijn vooral planten van de Rosaceae familie die hier last van hebben zoals appelen, rozen en aardbei. De meeste groenten ontkiemen prima op notenblad.

Eikenblad

Vaak wordt gezegd dat eikenblad te zuur is, net als naaldhoutsnippers. Verse eikenbladeren hebben een pH van rond de 4.3 – 4.7. Niet ideaal voor jouw moestuin die het liefste een pH heeft die onder de 7 ligt (een lage pH is een hoger getal). Maar organisch materiaal heeft na vertering door het bodemleven bijna altijd een redelijk neutrale pH van ongeveer 7.

Dik of dun?

Hoe dik is een mulchlaag?

De meeste mensen doen te dunne lagen, omdat ze bang zijn om te planten te verstikken of een rottende laag mulch te krijgen.

Doe het gewoon lekker dik. Een pak gras mag gerust 10 cm zijn. Leg stro in een laag van 20 cm en smeerwortel misschien zelfs 5 cm dikker. Houd er rekening mee dat organisch materiaal krimpt. Er zit veel water in dat verdampt en wordt opgenomen door de planten.

Als de laag te dun is, dan ontstaan veel openingen en kan het onkruid gemakkelijk ontkiemen. Daarnaast is de laag niet effectief en gaan alle voordelen van mulchen verloren.

In de zomer kan de laag wel dunner zijn.

Minder werk

Eigenlijk is mulchen voor de luie moestuiniers. Het aanbrengen van een mulchlaag is even aanpoten, maar je hoeft niet te spitten en nauwelijks te wieden of te bemesten. Je hoeft alleen nog maar te zaaien, planten en oogsten.

Fotocredits:
Mulch met stro door Symac, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons
Mulch met houtsnippers door SuSanA Secretariat, CC BY 2.0, via Wikimedia Commons