Beestjes in de moestuin: de schuimcicade en mineerder

schuimbeestje spuugbeestje schuimcicade

Ook al vinden wij ze lastig of vies, beestjes in de tuin zijn er en hebben allemaal hun nut. Voor jou of voor de dieren en planten om je heen.

Cicaden

Heb je het wel eens gezien? Zo’n klein kloddertje spuug op een plantenstengel? Het is het beschermde omhulsel van de schuimcicade, ook wel spuugbeestje.
Deze schuimcicade is in Nederland en België de meest algemene en bekendste cicade. Het diertje is 5 tot 7 millimeter lang en bruin/bruingrijs met soms lichtere vlekken. Het kan ver springen, in tegenstelling tot de larve die om die reden schuim om zich heen maakt.

Desondanks vinden wantsen en sluipwespen de larve, waarna ze een gaatje in het schuim maken en de larve opeten of meenemen naar het hol voor het nageslacht. Andere dieren die de schuimcicade een lekker hapje vinden zijn spinnen en allerlei kleine zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Verdwijnt het spuugbeestje, dan is er voor deze dieren weer een gerecht minder op het menu.

Leuk weetje: cicades zijn een van de weinige niet-zoogdieren die kunnen zweten. Ze hebben zweetklieren over de hele bovenkant van het lichaam. Drinken doen cicaden door plantensappen op te zuigen.

Cicade betekent trouwens boomkrekel, het woord komt uit het Latijn. Alle cicaden, ze maken een geluid dat lijkt op een hoge zoem- of fluittoon. Het geluid maken ze door kleine plaatjes te laten trillen met behulp van sterke spieren. Zelf ik ik nog nooit een schuimcicade horen zingen, waarschijnlijk is het een zacht, hoog geluid dat mijn oren niet bereikt.

Koekoeksspuug

Cicaden behoren tot de groep van insecten die een onvolledige gedaanteverwisseling kennen en een nimfstadium hebben. Ze zijn niet eerst een larve zoals kevers en de vlinders, maar hebben als jonge cicade al meteen de vorm van een volwassen cicade. Alleen is het diertje bleker en beweegt het trager, het kan nog niet springen. Als je per ongeluk zo’n hoopje biologische zeep kapot maakt, kruipt de schuimcicade weg en maakt het een nieuw hoopje schuim.

Dat schuim heet ook wel koekoeksspuug, omdat werd gedacht dat de koekoek op bloemen spuugde. Maar dat is niet zo. Wel kreeg de koekoeksbloem, de favoriete plant van het schuimbeestje, hierdoor zijn naam. De Pinksterbloem werd om diezelfde reden schuimkruid genoemd. Een andere favoriete plant van het schuimbeestje is lavendel. Het diertje leeft ook op gras en houtige struiken.

Het schuimbeestje leeft van plantensappen, maar is niet schadelijk voor je tuin, omdat ze met zo weinig zijn. Op wilgen zitten er soms wel veel meer. Wil je ze toch weghebben, spoel ze dan weg met een waterstraal. Bij een regenbuitje zullen ze vanzelf verdwijnen.

mineerders schade

Mineerder

Het vrouwtje van een bladwesp, sommige vliegen, kevers of vlinders legt in de huid van bladeren een eitje. Daaruit komt een larve: de mineerder. Die eet zich een weg door het bladmoes totdat het volgroeid is en vertrekt dan.De mineerder is een parasiet.

Toch brengen de meeste mineerders nauwelijks schade toe aan je tuin (de foto is een Amerikaans voorbeeld van schade door een kever aan een boom). Je hoeft de diertjes dus niet te bestrijden. De roofvlieg, die ons kan steken, is voor ons lastig, maar eet de mineerder. En zo houdt als het goed is, alles elkaar in evenwicht.

De zwarte stipjes op de bladeren zijn de poepjes van de mineerder. Liggen die in het midden van het uitgegeten gangetje? Dan is de larve een vlinderlarve. Poepjes links en rechts in het gangetje zijn van een vlieg en poepjes op een hoopje zijn van een bladwesp.

Elke soort mineerder heeft zijn eigen voedselplant (waardplant). Mooie gangenstelsel vind je op hulst (van de hulstvlieg) en zuring.

Wil je mineerders herkennen aan de gangen die ze maken in verschillende planten en delen van de plant? Bezoek dan de website van de werkgroep bladmineerders van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie.