Kiemgroenten
Ook binnen kun je gemakkelijk groenten telen: kiemgroenten. Niet uit de volle grond, wel gezond.
Kiemgroenten zijn jonge, net ontkiemde plantjes. Deze babyplantjes bevatten in vergelijking met de volwassen groente, een veel hogere concentratie aan vitaminen, mineralen, eiwitten, enzymen en proteïnen.
Ook zijn ze een goede bron van antioxidanten die de vrije radicalen in ons lichaam onschadelijk maken. De nucleïnezuren DNA en RNA die in de plantjes zitten, zijn onder meer nodig voor celgroei en herstel.
Kiemgroenten smaken over het algemeen wat pittig en worden vaak gebruikt om eten wat meer smaak te geven. Zoals de tuinkers op een broodje kaas of de alfafa in een salade.
Verder heb je nog de zaden van de rode kool, broccoli, lente-ui, verschillende radijzen, rucola en zwarte mosterd waarvan je de kiemen kunt eten. Deze zaden komen vaak van ver en zijn niet ontsmet met een giftig middel. Je eet na het kiemen immers ook het oude zaadje op.
Deze man vertelt waarom alfafa zo gezond is.
Speciale setjes
Kiemgroenten kweken is niet moeilijk en je hebt snel resultaat. Wel zo leuk voor de kinderen. De speciale kweeksetjes bevatten vaak een bakje met gaatjes en een lekbakje. Dat lekbakje is erg handig als je de kiemende zaden spoelt. Dat is iets wat je regelmatig moet doen om schimmels te voorkomen. Die liggen namelijk op de loer, omdat de zaden onder zulke vochtige en warme ontkiemen.
In een setje met meerdere bakjes kun je meerdere kiemgroenten kweken. Je kunt kiemgroenten ook in een bakje met zand kweken, behalve taugé en de adzukiboon.
Pittige groenten
Omdat veel kiemgroenten wat scherp smaken, is het goed ze te combineren met bijvoorbeeld een wat zoetere dressing of romige kaas. Kiemgroenten zijn ook lekker in de soep of een omelet of over een pizza.
Taugé en de kiemen van de adzukiboon zijn trouwens niet pittig. Deze moet je in het donker laten ontkiemen, anders krijg je groene taugé.
Dat kan bijvoorbeeld in een kiemtoren.
Licht nodig
Tuinkers daarentegen heeft juist licht nodig om goed te groeien. Dat kun je zien bij het volgende proefje (zet het geluid wat harder) wat je ook zelf kunt doen.
Foto door Stux via Pixabay