Percelen zaaiklaar maken

Percelen bemesten bij de start van de moestuin

De zon breekt door en we kunnen bijna gaan zaaien en planten. Maar eerst moet de grond opwarmen en worden gevoed. In deze les lees je hoe je percelen zaaiklaar maakt bij een bestaande moestuin.

In het hoofdstuk De eerste werkzaamheden in de moestuin beschreef ik hoe je compost, rundmestkorrels en kalk toevoegt aan je tuin door alles onder te spitten. Ik gaf ook aan de spitten niet altijd nodig is en volgens sommigen zelf schadelijk.

Spitten doe je onder meer bij de eerste aanleg van je moestuin of als de bodem volledig is dichtgeslibd. Het is beter de rust en het evenwicht in de bodem zo weinig mogelijk verstoren. Diep spitten haalt namelijk de bodemlagen door elkaar, en het kost veel tijd om die verstoring te herstellen.

Toch moet je om goed te kunnen zaaien en planten de bodem wat losmaken. Ook moet je voedingsstoffen toevoegen aan de bodem, omdat je bij elke oogst voedingsstoffen aan de bodem onttrekt. Die zitten immers in de planten, die zijn ermee groot geworden!

Mulch verwijderen

Allereerst verwijder je de winterbedekking als je die eind van de herfst op de bodem legde. Op zware grond haal je dit in maart weg. Op zand in februari. Zonder winterbedekking kan de bodem opwarmen door de zon. De winterbedekking, dat kan hooi zijn, stro of bladeren, voeg je toe aan de composthoop.
Pas als de grond droog genoeg is en niet meer bevroren, kun je de grond losmaken. Anders is het nog te koud en ontkiemen de plantjes nauwelijks. Hoe weet je of de grond droog genoeg is? Als er gene modder meer aan je schoenen blijft plakken als je eroverheen loopt.

Eenmaal losgemaakt grond kan gemakkelijk verwaaien of door regen dichtslibben. Daarom moet je de bodem pas zaaiklaar maken twee of drie weken voordat je gaat zaaien. Kijk naar je teeltplan en zie wanneer jij welk gewas inzaait. Vul per perceel in wanneer je de bodem zaaiklaar moet maken.

Bodem losmaken

Losmaken doe je tot op 10-15 cm diepte. Je keert de grond niet zoals bij spitten, maar breekt de grond. In zware grond duw je een woelvork (zie het hoofdstuk over gereedschappen) verticaal de grond in met je voet. Dan trek je de steel naar je toe zodat de aardkluiten even aan de tanden blijven hangen en breken. Breekt de kluit niet meteen, dan duw je de woelvork in de grond even heen en weer. In lichte grond doe je dit met een spitvork.

Compost toevoegen

Als je grond eenmaal is losgemaakt, verspreid je een laag van ongeveer 1 cm goed verteerde compost over de grond en werkt die met een hark (zie hoofdstuk Gereedschap) goed in de bovenste 5 tot 10 cm van de bodem. Compost zorgt ervoor dat een zandige bodem beter water en voedingsstoffen vasthoudt en dat leem- en kleigronden beter water en lucht doorlaten. Compost geeft zo een goede structuur aan de grond en stimuleert tegelijk het bodemleven.

Lees meer over compost in de blog over wat de benodigde materialen voor de moestuin.

Compost kun je zelf maken. Later in deze cursus vertel ik je hoe je dat doet. Heb je nog geen compost, dan moet je deze kopen. Google op biologische compost en je vindt talloze winkels en webshops die dit aanbieden.

Hoeveel compost je groenten nodig hebben, hangt af van de gewasgroep, de grondsoort en de voorgeschiedenis van de tuin.

Heb je een oude tuin of begin je een moestuin op een stuk gazon of weiland dan zit er veel organische stof in de bodem. Zie onderstaande de tabel voor de hoeveelheid compost die je toevoegt.

Start je een moestuin op een stuk braakliggend terrein, bijvoorbeeld na een nieuwbouw dan zit er weinig organische stof in de bodem. Kijk bij ‘nieuwe’ moestuin in onderstaande tabel hoeveel je dan toevoegt. Na een paar jaar ga je de hoeveelheid voor een oude moestuin toevoegen.

Hoeveel compost voeg je toe?

Geef niet teveel! Als je te veel compost geeft, geef je te veel stikstof. Je planten worden dan extra gevoelig voor schimmels en insectenvraat. Het worden lange planten met slappe stengels.

Je kan het bodemleven extra voeden, door zomers regelmatig een dun laagje vers gemaaid gras uit te strooien of licht onder te werken. Wormen zijn hier dol op!

Extra voeding

Compost is bedoeld als basisbemesting. Voor wortelgewassen en peulgewassen (die beide weinig bemesting nodig hebben) is het voldoende voor een heel seizoen. De andere gewassen kun je bijmesten met welke mestsoort je wilt, onze voorkeur gaat uit naar koemestkorrels. Gemakkelijk uit te strooien en overal verkrijgbaar.

Bijzondere meststoffen

Soms hebben planten wat meer nodig dan compost en rundmestkorrels en zijn er tekorten aan andere stoffen. Hoe herken je een tekort?

Stikstof is nodig voor de bladgroei. Een kleiner en lichter gekleurd blad duidt op een tekort.

Kalium bevordert de bloei en de vorming van vruchten. Zijn de bladeren geel of bruingerand, dan is er waarschijnlijk een kaliumtekort.

Fosfaat is nodig voor sterke wortels. Een tekort zie je aan paarse verkleuringen van het blad en een slechte vruchtontwikkeling.

Als de bodem een tekort heeft aan bepaalde voedingsstoffen (lees nog eens het hoofdstuk over een gezonde bodem) kun je speciale meststoffen inzetten. Zoals slachtafval voor extra fosfor en stikstof en Vinassekali van Ecostyle voor extra kalium.

Voor de meer voedingsbehoeftige groenten zoals prei, kool en andijvie gebruik je ook wel bloedmeel en/of beendermeel. Gebruik je liever geen dierlijke resten in je tuin, dan zijn er plantaardige mestkorrels op basis van reststoffen van suiker- en bierproductie of soja-verwerking.

Bij koolgewassen en bladgewassen is bijvoeden zeer noodzakelijk.

Kalk

Ook kan eventueel kalk worden toegevoegd, zoals ik ook al aangaf in het hoofdstuk Hoe krijg je een gezonde bodem in je moestuin. Lees dit hoofdstuk nog een rustig door en ook dat over de verschillende mogelijke grondsoorten (en de planten waaraan je dat kunt zien), daar staan alle bestanddelen in van een gezonde evenwichtige bodem. Ook lees je in deze blogs waar je de bodem kun laten testen, de zuurtegraad is onderdeel van zo’n test.

Kalkmeststof is een belangrijk voedingselement en verbetert de grond. Het verhoogt de zuurgraad van de grond en maakt dat bepaalde voedingsstoffen beschikbaar komen voor de plant. De meeste planten groeien het best in een grond met een PH waarde tussen 6 en 7. Op zandgrond kan teveel kalk de voorraad organische stof te snel doen afbreken. Bepaal de zuurgraad van de grond zodat je weet hoeveel kalk nodig is.

Hoe voeg je extra voeding en kalk toe?

Na het uitharken van de compost strooien we de kalk en rundmestkorrels uit. We gebruiken de hoeveelheid die de fabrikant aangeeft.

Mocht jij stalmest van de boer gebruiken: stalmest kun je NIET tegelijkertijd met de kalk toevoegen. Bovendien moet stalmest een jaar oud zijn voor gebruik. Rundmestkorrels zijn gemakkelijker in gebruik en overal te koop. Je kunt ook andere mestsoorten gebruiken, elke mestsoort heeft zijn eigenschappen.

Heb je dit alles achter de rug, laat dan de voeding intrekken en de zon de aarde verwarmen. Over een paar weken kun je gaan zaaien en planten.