Vogels voeren in de winter
Wist je dat vogels in de winter maar liefst 25% van hun lichaamsgewicht kunnen verliezen? Met bijvoeren help je ze de winter door.
Je kunt van mening zijn dat als de oude en zwakke vogels een strenge winter niet overleven dit natuurlijke selectie is. Dat is natuurlijk ook zo, maar uit onderzoek blijken bijgevoerde vogels per nest één jong meer te krijgen. Door in de winter te voeren, bevorder je dus de vogelstand en dat is alleen maar goed voor jouw moestuin, want insectenetende vogels helpen jouw plagen onder controle te houden.
Vogels kijken
Daarnaast is het gewoon heel leuk om naar de vogels te kijken. De hongerige vogels komen veel dichterbij dan ze normaal gesproken zouden doen. Je ziet zelfs soorten die normaal gesproken misschien niet in je moestuin komen. Het roodborstje dat in de lente en zomer het bos intrekt om er te broeden, laat zich in de winter wel zien in de buurt van mensen. Die is meteen ook de tamste wilde vogel die we zien. Andere soorten die normaal meer op afstand zitten, zijn de boomklever en de staartmees.
Pak er een vogelboekje bij en kijk samen met de kinderen welke vogels jullie kunnen herkennen. Als je het voederplankje onder of in de buurt van een raam van de schuur of woning plaatst, kun je de vogels goed bekijken. Blijf stil zitten, want bij beweging vliegen ze weg.
De kat
Dat is maar goed ook, want meestal is er wel een kat in de buurt die zo’n voederplek heel gemakkelijk vindt… Wist je dat er jaarlijks 18 miljoen vogels door huiskatten en verwilderde katten worden gedood? De vogels reageren daarop door meer jongen uit te broeden waardoor de vogelstand er niet teveel onder lijdt.
Toch is het niet prettig als zo’n goed doorvoede kat een vogeltje pakt. Je kunt dat voorkomen door te voeren op een open, overzichtelijke plaats, zodat de vogels de kat zien aankomen. Plaats eventueel gaas ruim om de voerplaats heen, niet aan de bovenkant, dit geeft ze extra tijd om weg te vliegen.
Wat voer je dan?
Strooivoer uit de dierenwinkel is heel gemakkelijk. Wil je inspiratie om er met de kinderen iets leuks van te maken? Lees dan deze blog over zelf vogelvoer maken van Ouders van Nature.
Geen zin om te knutselen, maar wel iets neerleggen voor de vogels?
Dan is dit per vogelsoort wat je kunt geven:
- Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, voedermix.
Waar voeren: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij. - Mezen
Voedsel: vetbollen, ongezouten (dop)pinda’s, kokosnoot, zonnepitten, voedermix.
Waar voeren: voedertafel of voederhuisje of opgehangen in een boom. - Winterkoning, heggenmus en roodborst
Voedsel: meelwormen, ongekookte havermout, wat broodkruimels, voedermix.
Waar voeren: zeer beschutte sneeuwvrije plaats. - Mussen, vink en groenling
Voedsel: onkruidzaden, zonnepitten, voedermix, bruin broodkruimels.
Waar voeren: op de grond, eventueel voedertafel. - Specht, boomklever en boomkruiper
Voedsel: ongezouten (dop)pinda’s, vetbollen, zonnepitten.
Waar voeren: vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plaats.
Zorg ervoor dat je niet teveel strooit. ’s Avonds moet het voer zijn opgegeten, anders komen er muizen en ratten op af. Strooi dus niet een paar dagen vooruit.
Ontkiemende zaden
Zaden die niet worden opgegeten, zakken in de bodem en ontkiemen in de lente. Het is een verrassing wat eruit komt. Zoek daarom een stukje waar niet teveel wordt gelopen en waar de vogels rustig kunnen eten. De zaden van de ontkiemde plantjes worden de winter erna ook weer door de vogels gegeten, zo creëer je dus een speciaal vogelvoerveldje.
Ook de zaden van de bloemen die je zaaide voor vlinders en bijen worden trouwens vaak gegeten door vogels, zoals die van de zonnebloem, boekweit, koolzaad, raapzaad, keizerskaars, vlas, veerdelig tandzaad en teunisbloem. Zaai deze bloemen op een rustige plek.
Verschillende snavels
Aan de vorm van de snavels kun je zien wat vogels eten. Een merel trekt met zijn lange spitse snavel regenwormen uit de grond.
Insecteneters als boomklever haalt met een dunne snavel insecten uit de bast van een boom.
Zaadeters als de vink kraakt met een sterke kegelvormige snavel zaden en pitten.
Een roofvogel heeft een kromme snavel om het vlees van zijn prooi te scheuren. Hopelijk komt hij geen vogeltje van de voederplaats pikken!
Maar ook de blauwe reiger met zijn lange scherpe snavel waarmee hij kikkers, visjes en molletjes spietst is een jager.
De eend heeft een zeefsnavel waarmee hij watervlooien, larven, mosseltjes en kleine kreeftjes uit het water zeeft. Je vindt hem niet direct op de moestuin, maar net als de reiger komt hij mogelijk wel dichter in de buurt in de winter.
Drinkwater
Als er sneeuw ligt, hebben vogels geen water nodig. Dan nemen ze regelmatig een hapje sneeuw. Maar vriest het en is het droog, dan is water onmisbaar. Je kunt dan regelmatig met een fles warm water naar buiten lopen. Als je het op de schotel giet, is het alweer afgekoeld. Vouw een stukje gaas om de schotel om te voorkomen dat vogels gaan badderen (al zullen ze daar meestal niet zo’n zin in hebben in die kou).
Dikke vogels
In de winter lijken vogels vaak wat dikker. Dat is maar schijn. Ze zetten hun veren op om het warm te krijgen. De lucht tussen de veertjes werkt als een isolatielaag. Hoe meer lucht, hoe beter de isolatie werkt.
Fotocredit: Roodborstje door Yvonne Huijbens via Pixabay Merel met worm door Michi-Nordlicht via Pixabay Boomklever door hedera.baltica from Wrocław, Poland, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons Vink met zaden door Nicki Dobson via Pixabay Roofvogel door 🎄Merry Christmas 🎄 via Pixabay Reiger door wal_172619 via Pixabay Eend door Foto door PxHere