Zaadbommen maken is lekker kliederen en de natuur mooier en groener maken.
Een zaadbom, of liever bloemenbom, is een klein rond bolletje met tientallen bloemzaadjes beschermd door klei en compost. De bolletjes zijn heel geschikt om op braakliggende terreinen te gooien.
Let op! Neem voor de klei natuurlijke klei.
Daarin heb je verschillende soorten:
Bentoniet. Wil je de zaadbommen op korte termijn ergens neergooien, neem dan bentoniet. Dat gaat gemakkelijk kapot zodat de zaadjes zich gemakkelijk verspreiden.
Bentoniet kun je kopen bij (online) handels voor pottenbakkers. Maar je het is ook te koop in sommige tuincentra. Zoek naar het merk DCM.
Rode (of witte) klei. Dit is een gladde kleisoort die je makkelijk kunt verwerken. De zaadbommen breken wat moeilijker (ze zijn wat steviger). Deze kleisoort is geschikt als je de zaadbommen wat langer wilt bewaren. Ook deze kleisoort kun je kopen bij een (online) handel voor pottenbakkers.
Natte klei. Naast gedroogde klei kun je ook natuurlijke ‘natte’ klei uit de bodem gebruiken. Deze vind je bijvoorbeeld in vennetjes met kleibodem. Of je haalt het met een grondboor uit de grond (als je op een kleibodem leeft). Bekijk voor een instructie de activiteit Grondboor bij de bovenbouwkaarten).
Dit is gewone ‘huis tuin en keuken potgrond’. Je kunt het overal kopen. In plaats van potgrond kun je ook ander organisch materiaal toevoegen zoals theeblaadjes of compost uit de tuin.
Dit voeg je toe om vervelende beestjes op een afstand te houden. De zaadbommen waar chilipoeder bij zit, doen het beter dan de zaadbommen zonder. In plaats van chilipoeder kun je ook houtskoolpoeder gebruiken.
De keuze van je zaadjes bepaalt hoe straks je bloemenzee er uit zal zien. Kies de zaadjes die passen bij de plek waar je de bom wilt gooien. Plantjes die snel ontkiemen en goed doorgroeien zijn bijvoorbeeld klaproos, dagkoekoeksbloem, korenbloem en goudsbloem.
Wil je bloembommen voor blije bijen? Kies dan voor vingerhoedskruid, gewone margriet, sleutelbloem, beemdkroon, betonie en klaproos, dagkoekoeksbloem, korenbloem en goudsbloem.
Let op! Let op welke zaden je in de zaadbommen doet. Verspreid geen invasieve exoten of hooikoortspesten zoals ambrosia of het giftig Jacobskruiskruid. De bloembommen zijn bedoeld om binnen de bebouwde kom te gebruiken, niet in de natuur.
Roer alle droge ingrediënten (of misschien gebruik je natte klei) door elkaar in de kom. Voeg dan langzaam druppelsgewijs water toe. Blijf roeren tot je merkt dat je mengsel aan elkaar blijft plakken. Maak het niet te nat!
Maak van je mengsel balletjes van ongeveer 3 cm doorsnede. Met bovenstaande hoeveelheden kun je er ongeveer 10 rollen. Als je het balletje daarna nog een klein beetje afplat (zodat het een vliegende schotel wordt) blijft het straks op de plaats van bestemming beter liggen.
Je balletjes kun je in de eierdoos goed beschermd bewaren. Als je ze in je jaszak wilt meenemen, is het handig als ze goed droog zijn. Laat ze dan minstens 3 dagen in het donker drogen.
Ieder soort zaad heeft weer andere omstandigheden nodig om te ontkiemen. Sommige zaadjes hebben kou nodig en sommige warmte, sommige zaadjes hebben licht nodig en anderen juist donker.
Omdat je meestal een zaadmengsel gebruikt, kan het voorkomen dat bepaalde zaadjes al gaan kiemen terwijl de bommen drogen. Dat ziet er minder mooi uit, maar ook dan kun je ze nog gebruiken.
Hoe langer je de zaadbommen bewaart, hoe minder kiemkrachtig ze worden.
En nu op zoek naar die plek in je buurt die wel wat bloemen kan gebruiken! Bijvoorbeeld een braakliggend terrein tussen de huizen. Het liefst kies je een plekje met wat zon.
Neem water mee om de bommen een frisse start te geven. Het liefst water je daarna regelmatig je zaadbommen.
Als je zelf niet bij de plek kunt, omdat je over een omheining hebt gegooid, ga dan op een regenachtige dag zodat de zaadjes meteen een plons water over zich heen krijgen.